De linkse premier van Spanje, Pedro Sánchez, ligt momenteel onder vuur in zijn eigen land. Twee weken geleden weigerde hij te getuigen in een gerechtelijk onderzoek naar vermeende corruptie en machtsmisbruik door zijn vrouw, Begoña Gómez. In plaats daarvan diende hij de rechter aan. Het is de eerste keer in de Spaanse parlementaire geschiedenis dat zoiets gebeurt.

Nu blijkt dat ook de Spaanse asielinstroom al enige tijd toeneemt. In 2023 arriveerden ongeveer 40.000 mensen illegaal op de Canarische Eilanden, wat neerkomt op 66 procent van het totale aantal illegale immigranten in Spanje. Alleen al in de eerste vijf maanden van 2024 is het aantal nieuwkomers met 303 procent gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2023, met 18.000 geregistreerde aankomsten. Naar schatting zou dit aantal tegen het einde van het jaar kunnen oplopen tot 70.000, wat de opvangcapaciteit op de eilanden ernstig onder druk zet.

De massale toestroom heeft de opvangcentra op de Canarische Eilanden volledig overbelast, waardoor de Spaanse overheid gedwongen is migranten naar andere delen van het land te verplaatsen. Deze relocaties brengen echter aanzienlijke kosten met zich mee, die moeilijk precies te bepalen zijn. Ondanks herhaaldelijke verzoeken om transparantie over de uitgaven en coördinatie met regionale overheden, blijft de informatie schaars.

Terwijl Spanje worstelt met deze stijging, toont Italië een ander beeld. Het land, onder leiding van de rechtse premier Giorgia Meloni, wist een daling van 60 procent in het aantal aankomsten vanuit Tunesië te realiseren in het eerste kwartaal van 2024 dankzij het Mattei-plan, meldt het Italiaanse persbureau Novia. Daarentegen arriveerden er wel relatief veel asielzoekers via Libië.