Toezichthouders waarschuwen: AIVD zoekt grenzen van de wet op

De Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD hebben in 2024 fors vaker hun bijzondere bevoegdheden ingezet dan een jaar eerder. Volgens de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) is het aantal verzoeken met ruim 30 procent gestegen. De reden: internationale spanningen, zoals de oorlog in Oekraïne en de Gazastrook, maar ook de toenemende dreiging uit China en Rusland.
In totaal dienden de AIVD en MIVD vorig jaar 4445 verzoeken in om af te luisteren, camera’s te plaatsen of internetverkeer te monitoren. Dit aantal ligt aanzienlijk hoger dan de 3400 verzoeken in 2023. De stijging van bijna een derde toont aan dat de diensten hun werkterrein steeds verder uitbreiden.
Volgens de TIB, die de aanvragen toetst, vormen deze bevoegdheden een inbreuk op de grondrechten, maar zijn ze soms nodig om de nationale veiligheid te waarborgen. Denk aan de bestrijding van terrorisme, cyberdreiging, spionage en criminele ondermijning.
Opvallend is dat de inlichtingendiensten bijna altijd toestemming krijgen. In slechts 4 procent van de gevallen werd een verzoek afgekeurd. Dit cijfer is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Ondanks de stijging van de goedgekeurde verzoeken, is er ook kritiek. De toezichthouders TIB en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) uitten vorige week hun zorgen over de werkwijze van de AIVD. Volgens hen houden de diensten zich soms bezig met taken die eigenlijk niet tot hun bevoegdheden behoren.
Normaal gesproken ligt de opsporing van criminaliteit bij de politie, FIOD, rijksrecherche en de Marechaussee. Maar de CTIVD constateert dat de AIVD zich steeds vaker bemoeit met personen die geen directe dreiging vormen voor de nationale veiligheid. Dit roept vragen op over de scheiding tussen inlichtingen en opsporing.