Verspreidt Halsema misleidende cijfers over zedendelicten migranten? Jan van de Beek legt het uit

Migratie-expert Jan van de Beek heeft stevig uitgehaald naar burgemeester Femke Halsema. Zij reageerde op Bluesky naar aanleiding van de oplopende discussie na de moord op de 17-jarige Lisa op cijfers over verdachten van seksuele misdrijven. Volgens Halsema worden relatieve aantallen gebruikt om migranten in een kwaad daglicht te stellen. Ze schreef dat dit neerkomt op ‘de verantwoordelijkheid voor seksueel geweld letterlijk over de grens duwen’. Van de Beek stelt juist dat Halsema zelf de cijfers verdraait en misleidend presenteert.
Halsema schreef: ‘Links in absolute aantallen, rechts zoals na gegoochel gepresenteerd. De bedoeling is om de verantwoordelijkheid voor seksueel geweld letterlijk over de grens te duwen. Dit is onderdeel van het probleem.’
Van de Beek laat het daar niet bij en neemt de cijfers opnieuw onder de loep in reactie op het bericht van Halsema.
Misleiding met absolute aantallen
Op X wijst Van de Beek naar zijn boek Migratiemagneet Nederland. De cijfers over het aantal mannen per 10.000 die seksuele delicten pleegt uit de autochtone en verschillende migrantengroepen die door Halsema worden aangehaald, zijn afkomstig uit zijn boek. Hij noemt de uitlatingen van Halsema ‘demagogie met cijfers over verdachten van seksuele delicten door de burgemeester van Amsterdam die daarmee onderdeel is van het bagatelliseerprobleem.’
Daarbij maakt hij de vergelijking concreet: ‘Even een vereenvoudigde rekensom in taal voor 2022: 6.553.291 mannen met Nederlandse achtergrond waarvan 1.460 verdacht van een seksueel delict. 58.951 mannen met Afghaanse, Iraanse, Iraakse, Syrische, Somalisch en Eritrese nationaliteit, waarvan 150 verdacht van een seksueel delict.’
Volgens Van de Beek levert dat een groot verschil op in oververtegenwoordiging in het nadeel van de asielzoekers. ‘In absolute aantallen: bij mannen met Nederlandse achtergrond dus bijna 10 keer zoveel verdachten, maar op een ruim 100 keer grotere bevolkingsgroep. Dus oververtegenwoordiging met een factor 10 voor de genoemde asielherkomstlanden in 2022 en dat is het punt dat ik maak in mijn boek.’
Het taboe rond migratie en misdrijven
Van de Beek stelt dat Halsema een verkeerde vergelijking maakt. ‘Als je daar absolute aantallen van laat zien, zonder de omvang van de verschillende bevolkingsgroepen, zoals Halsema doet, dan is dat extreme misleiding.’
Ook wijst hij op een tweede probleem: ‘Andere (optische) misleiding is om die 6 groepen niet te stapelen tot één kolom; een eerlijke vergelijking zou zijn een opsplitsing van de bevolking in bijv. Nederlandse/westerse/niet-westerse achtergrond, die geef ik in een aparte tweet hieronder.’
Zijn grafiek is afkomstig uit een paragraaf van Migratiemagneet Nederland. Volgens hem laat die passage zien hoe het bagatelliseren van oververtegenwoordiging in stand wordt gehouden. ‘Die paragraaf gaat over het taboe en dat heeft Femke Halsema weer uitstekend geïllustreerd.’
Kanttekeningen bij de cijfers
Van de Beek benadrukt dat hij in zijn boek meer nuance aanbrengt. Hij corrigeert bijvoorbeeld voor verschillen tussen bevolkingsgroepen en bekijkt een periode van tien jaar, terwijl in de cijfers die door Halsema werden aangehaald alleen het meest recente jaar gebruikt werd waarvoor alle data beschikbaar zijn. Ook legt hij uit dat er niet meer landen in de verdachtenstatistieken zijn met vooral asielmigranten. Bovendien gaat het volgens hem om ongelijksoortige groepen, omdat het CBS ervoor heeft gekozen te werken met nationaliteit in plaats van migratieachtergrond, wat volgens Van de Beek tot vertekening leidt.
Praatmee