De klachten stapelen zich op. „’s Winters is het rustig, dan blijven ze binnen. Maar zodra de zon schijnt, komen ze massaal naar buiten”, vertelt bewoonster Fadoua Rahaoui. Ze doelt op de circa tweehonderd Oekraïense gasten van het hotel. Veel van hen staan volgens haar bij de flatdeur te roken, drinken alcohol op straat en dumpen afval.

"Sommigen sluipen zelfs het gebouw binnen”, zegt Rahaoui. "Er is een zwangere vrouw in ons complex die de deur niet meer uit durft als er mannen op de stoep zitten te blowen.” Zelf zoekt ze geregeld haar toevlucht tot een camping in Brabant. „Ik vlucht vaak naar de camping. Ons woongenot is weg.”

De bewoners wijzen niet alleen naar het hotel. Ook een tot feestlocatie omgebouwd restaurant zorgt voor harde muziek en rumoer. Daarnaast ligt in de buurt een asielzoekerscentrum waar 350 mensen worden opgevangen.

Hotelmanager Menno Noordenbos erkent dat er sprake is van overlast, zoals insluipers en fietsendiefstal. Maar hij wil niet zonder bewijs de Oekraïense gasten verantwoordelijk houden. „Zij wijzen met een beschuldigende vinger naar Oekraïense gasten van ons hotel, maar daar heb ik nog geen bewijs voor gezien”, zegt hij. „Als het toch blijkt dat onze gasten overlast veroorzaken, dan wil ik het gesprek aangaan.”