De zaak is aangespannen door advocaat Minke Gommer en haar collega Christiaan Alberdingk Thijm van advocatenkantoor Brandeis. Gommer zegt dat de situatie in Gaza nu zo nijpend is, dat de organisaties zich genoodzaakt zagen naar de rechter te stappen. “Het is een eer dat ik hieraan mag bijdragen”, zegt Gommer tegen AT5.

De organisaties vinden dat de Nederlandse regering niet genoeg doet om Israël verantwoordelijk te houden. Volgens Gommer blijft het bij politieke verklaringen en wordt er gewezen naar de Europese Unie, maar echte stappen blijven uit. “Onbegrijpelijk”, aldus de advocaat. Ze verwijst daarbij naar het Genocideverdrag, waarin volgens haar duidelijk staat dat een staat verplicht is alles te doen om genocide te voorkomen.

De organisaties willen dat Nederland onmiddellijk stopt met wapenleveranties en diensthondenexport naar Israël, en dat er een eind komt aan handel met illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever.

Gommer bezocht die regio enkele jaren geleden zelf. Ze sprak er met Palestijnen en zag de uitzichtloosheid met eigen ogen. “Er was veel angst en wanhoop,” zegt ze. Ook nu hebben zij en haar collega’s contact met Palestijnse mensenrechtenorganisaties. Maar dat contact verloopt moeizaam. “Ze lijden honger, de situatie is bijna hopeloos.”

De rechtszaak dient woensdag 3 september.