“Als je kijkt naar de mate waarin homo’s in Amsterdam nog over straat durven hand in hand, is dat er niet meer,” aldus Keijzer. Ook verwijst ze naar cabaretiers die “geen grappen meer durven maken over de islam omdat ze bang zijn dat hun leven niet meer veilig is.”

De vicepremier noemt concrete voorbeelden van wat zij ziet als een groeiende culturele invloed. “Als ik zie hoe de sluiers steeds langer worden op straat en we zelfs ons zorgen moeten maken over veertig tot vijftig meisjes in Nederland die elk jaar weer het risico lopen om besneden te worden als ze naar het land van herkomst gaan, dan maak ik mij daar zorgen over.”

Keijzer zegt dat ze niet wil wachten tot het te laat is. “Regeren is vooruitzien,” stelt ze. Ze pleit voor aanpassing van de Wet openbare manifestaties om op te kunnen treden tegen geluidsversterkte gebedsoproepen en het bezetten van straten voor gebeden. Volgens haar zijn dit maatregelen om de openbare orde en neutraliteit te beschermen. “We moeten nu iets doen, niet pas als het misgaat.”

“Ik ben opgegroeid in een land waar gezichtsbedekking niet normaal was”
Keijzer keert zich ook tegen het normaliseren van gezichtsbedekking en hoofddoeken via onderwijs en politiek. Ze verwijst naar feministe Joke Smit, die volgens haar al in de jaren zeventig waarschuwde voor culturele onderdrukking onder het mom van vrijheid.

“Ik ben opgegroeid in een land waar het vanzelfsprekend was dat gezichtsbedekking niet normaal was,” zegt Keijzer. “Je hebt de vrijheid om een hoofddoek op te zetten – BBB staat ook voor die vrijheid – maar verlang niet van mij dat ik dat zie als een uiting van vrijheid.”

De minister vindt dat Nederland duidelijk grenzen moet stellen aan culturele symbolen die volgens haar haaks staan op westerse waarden.