Oekraïense regering saboteerde toezicht van anti-corruptiedienst

De druk op de Oekraïense regering loopt snel op. Een groot onderzoek van The New York Times legt bloot hoe het kabinet van president Volodymyr Zelensky jarenlang externe toezichtstructuren van anti-corruptiemechanismen heeft beperkt of zelfs saboteerde. Deze organen waren door westerse partners verplicht gesteld als voorwaarde voor miljardensteun. Door die controle te verzwakken, konden volgens bronnen honderden miljoenen dollars zonder degelijk toezicht worden uitgegeven.
Uit documenten en gesprekken met zo’n twintig Oekraïense en westerse insiders komt een patroon naar voren: lege zetels in toezichtraden, vertraagde benoemingen, herschreven statuten en het benoemen van loyale vertrouwelingen. Alles bij elkaar leidde dat tot toezicht dat vooral op papier bestond.
Het meest in het oog springt de situatie bij Energoatom, de nationale nucleaire energieproducent. Anti-corruptieonderzoekers beschuldigen personen uit Zelensky eigen kring ervan 100 miljoen dollar te hebben verduisterd en vervolgens witgewassen. Officieel wijst de regering naar het falende toezicht, maar volgens de NYT was het juist de overheid zelf die het toezicht bijna vleugellam maakte.
Voorbeelden stapelen zich op
Het gaat niet om incidenten. Voormalig energiebeheerder Wolodymyr Kudrytskyi beschrijft hoe minister van Energie Herman Haloesjenko al vóór de Russische invasie druk uitoefende om ongekwalificeerde bestuurders te benoemen. Toen Kudrytskyi weigerde, werd hij via een gemanipuleerde stemming uit zijn functie gezet.
Bij Energoatom duurde het maanden voordat toezichthouders hun contract kregen. Toen het gremium eindelijk begon, bleef één stoel leeg – precies genoeg om stemverhoudingen te blokkeren. In die periode, zeggen onderzoekers, werd een kickback-systeem opgezet waarbij aannemers tot 15 procent van contractwaarde moesten terugbetalen.
Ook de nieuwe defensie-aankoopdienst, opgericht na eerdere corruptieschandalen, functioneerde maandenlang zonder toezicht. De eerste leidinggevende, Maryna Bezroekova, verklaart dat het ministerie van Defensie druk uitoefende om riskante contracten goed te keuren. Toen het toezichthoudend orgaan haar aanstelling wilde verlengen, wijzigde het ministerie simpelweg de statuten en trok de macht naar zich toe.
Westerse partners bleven betalen
Ondanks duidelijke signalen van misstanden bleef het geld vanuit Europa en de VS stromen. “We bekommeren ons om goed bestuur, maar we moeten dit risico accepteren,” zegt de Noorse gezant Christian Syse. “Omdat het oorlog is. Omdat het in ons eigen belang is om Oekraïne financieel te helpen.”
De Europese Commissie waarschuwde in een intern rapport voor “aanhoudende politieke beïnvloeding” en noemt de uitholling van toezichtraden een ernstig probleem. Een woordvoerder benadrukte dat er geen bewijs is dat EU-geld verkeerd is gebruikt, maar liet vragen over bredere corruptie openstaan.
Toenemende zorgen over toekomstige steun
De gevolgen reiken verder dan reputatieschade. Volgens Arvid Tuerkner van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling zal “de bereidheid om grote bedragen beschikbaar te stellen afnemen”. Dat raakt direct aan Oekraïne’s ambities om toe te treden tot EU en NAVO.
Intussen lopen de zaken verder op. Acht personen, onder wie een voormalig zakenpartner van Zelensky, worden vervolgd voor verduistering, witwassen en illegale verrijking. Een oud-vicepremier zou persoonlijk meer dan 1,3 miljoen dollar hebben ingepikt. De betrokken minister van Energie, Haloesjenko, is inmiddels afgetreden.
Het kantoor van president Zelensky weigert inhoudelijk commentaar en stelt dat de toezichtraden niet onder verantwoordelijkheid van het staatshoofd vallen. Maar de politieke schade is enorm – en de vraag of Oekraïne de westerse steun kan behouden, klinkt luider dan ooit.






















































