Journalisten dragen verantwoordelijkheid voor een veilig werkklimaat politici
Nederland is dit jaar 22 plaatsen gedaald op de ranglijst van persvrijheid opgesteld door Reporters Sans Frontières (RSF). Volgens RSF neemt de agressie tegen journalisten in ons land toe. De conclusie dat journalisten steeds vaker worden bedreigd of agressief bejegend werd vorig jaar zomer ook getrokken door onderzoekers van I&O Research. In opdracht van PersVeilig stelden zij vast dat acht op de tien journalisten hiermee wel eens te maken hebben gehad.
Uit de trieste reeks incidenten van het afgelopen jaar, blijkt dat agressie tegen journalisten onaanvaardbare vormen aanneemt. Zo werd in Gelderland een persfotograaf met auto en al in de greppel gegooid en kreeg een Groningse journalist een brandbom door zijn brievenbus. Misdaadjournalist Peter R. de Vries werd op klaarlichte dag vermoord. Een vreselijke gebeurtenis die diepe sporen heeft achtergelaten. De NOS verwijderde de logo’s van de busjes om werknemers te beschermen en vorig jaar werden in twee dagen tijd drie journalisten door de politie opgepakt tijdens demonstraties.
Terecht dat de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) de vrije val van de persvrijheid zorgwekkend noemt. De NVJ stelt daarbij dat niet moet worden onderschat dat ook de politiek in Nederland kan bijdragen aan bepaalde beeldvorming over journalisten. Paul Texeira, van de NVJ, noemt als voorbeeld een overheidsinstantie die kritiek uit op het werk van onderzoeksjournalisten, of politici die journalisten ‘tuig van de richel’ noemen. De politiek moet stoppen met het bekritiseren van de journalistiek, vindt de zegsman.
Ok, ‘point taken’, werk aan de winkel. Maar hoe zit het met journalisten die met hetgeen zij schrijven bijdragen aan een onveilig werkklimaat voor politici? Ik moest toen denken aan een column van Tom Jan Meeus (NRC) van 12 maart 2022.
‘Welke politicus speelt de blindheid van extreem-rechts voor Poetin uit?’, was de kop.
Meeus stelt dat vier partijen in de Kamer fungeren als hulptroepen van de Russische president Vladimir Poetin. Termen als de ‘kogel kwam van rechts’ en het neerzetten van partijen als radicaal-rechts en extreem-rechts is een partij willens en wetens willen framen. Meeus weet ook dat extreem-rechts vaak wordt geassocieerd met chauvinisme, xenofobie, racisme, streven naar blanke superioriteit, of met reactionaire standpunten in het algemeen. Ook de alt-right-beweging en de verwante identitaire beweging worden tot extreemrechts gerekend. Andere termen die gerelateerd zijn aan extreem-rechts zijn nazisme, hedendaagse neofascisme, neonazisme en ultranationalisme. Ik verafschuw het en neem afstand van deze misplaatste en ongefundeerde framing door Meeus.
Met deze valse frames is het alsof we niets geleerd hebben van de moord op Pim Fortuyn, dit jaar precies 20 jaar geleden. De eerste aanslag op Fortuyn was karaktermoord vanuit zowel de media als politieke tegenstanders. Na maandenlange demonisering van Fortuyn, die met volle hevigheid werd ingezet, was de tweede aanslag snel, gewelddadig en succesvol.
Journalisten à la Meeus zorgen er mede voor dat het aantal bedreigingen aan het adres van landelijke politici het afgelopen jaar is gegroeid. Verschillende Kamerleden hebben dreigmails gekregen, niet alleen gericht aan zichzelf, maar ook aan hun familieleden. En geloof mij, ik kan daarover meepraten.
Mijn partij is namelijk geen fan van Poetin, die wij zien als de agressor die een soeverein buurland is binnengevallen. Ons standpunt is: zoveel mogelijk de-escaleren, gebruik maken van diplomatieke middelen en absoluut geen inzet van Nederlandse militairen in een oorlog die niet de onze is. Een motie over dat laatste werd breed aangenomen. Daarmee vertolken wij dus de meerderheid en zeker niet een rechts-extreem standpunt.
Ook zetten wij onze vraagtekens bij de door de media bewierookte olieboycot van Rusland, die de vrede niet dichterbij brengt, maar de Nederlandse economie en haar burgers, zeker die met een krappe beurs, wel keihard zal raken. We zijn ook benieuwd waar echt leiderschap blijft: een sterke Europese delegatie op vredesmissie naar Moskou. Dat heeft met het fungeren als hulptroepen van de Russische president Vladimir Poetin, zoals Meeus beweert, helemaal niets van doen.
En extreem-rechts? Mijn partij verafschuwt het. Wel maken wij ons, zoals menig geograaf, grote zorgen over de aanhoudende bevolkingsgroei. Bij ongewijzigd beleid zal Nederland in 2070 bestaan uit 22,5 miljoen inwoners. Deze bevolkingsgroei ten gevolge van migratie heeft grote gevolgen op de al overspannen woningmarkt (jaagt woningnood aan), onze al onder druk staande verzorgingsstaat, op ons onderwijs, op ons landschap (het verjagen boeren van hun land) en de sociale cohesie.
Maar het verhoogt ook de druk op agenten, zorgpersoneel en leraren, beroepsgroepen waar we al een tekort aan hebben. In plaats over deze thema’s een volwassen debat te voeren in zowel de Tweede Kamer als via de media, kampen we met valse frames die mij als volksvertegenwoordiger bedreigingen opleveren, het debat doodslaan en die bovendien verder bijdragen aan polarisatie.
Dus naast politici, dragen ook journalisten verantwoordelijkheid voor een veilig werkklimaat. Uiteraard heb ik dit opiniestuk eerst geplugd bij de krant van Meeus, het NRC, maar na wat heen en weer gemaild te hebben kwam de weinig pluriforme mededeling dat deze ‘de lezer op het verkeerde been zou zetten’. Dat u het weet.
Wybren van Haga is namens BVNL lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal