Nederlandse man Abdala veroordeeld voor verkrachting in Londen
De Londense rechtbank heeft vijf jaar en vier maanden celstraf opgelegd aan Abdala Aweys (25), een Nederlandse paspoorthouder van Somalische afkomst. De zaak, die begon met een onschuldig ogende ontmoeting op straat, eindigde in een gruwelijke aanval op een jonge vrouw. Dit meldt de Londense politie in een persbericht.
Het slachtoffer, een jonge vrouw, vertrok op de vroege ochtend van 21 juli 2024 vanuit Shepherd’s Bush Empire, een muzieklocatie in het westen van Londen. Rond 4 uur ’s ochtends arriveerde ze bij metrostation Bank, waar ze verder te voet naar huis liep. Terwijl ze twijfelde over de beste route, werd ze benaderd door Abdala Aweys, die aanbood een stukje met haar mee te lopen.
Wat begon als een ogenschijnlijk behulpzame geste, veranderde snel in een gevaarlijke situatie. Nadat de vrouw kort in gesprek was gegaan met een bewaker, verloor A. haar uit het oog. Hij verstopte zich in een deuropening en wachtte totdat ze alleen was. Vervolgens volgde hij haar ongezien.
Een aanval vastgelegd op camera
CCTV-beelden tonen hoe A. plotseling op het slachtoffer afstormde, haar tegen een muur duwde en haar tegen haar wil zoende. Wat volgde waren meerdere ernstige seksuele aanvallen. De vrouw probeerde herhaaldelijk te ontsnappen en riep dat hij moest stoppen, maar A. hield haar 25 minuten vast.
Uiteindelijk slaagde de vrouw erin een bus in te vluchten. Tot haar schrik volgde A. haar ook daar. Ze stapte uit bij Liverpool Street en maakte videobeelden van hem in de bus. Kort daarna belde ze de politie en meldde de misdaad. Haar snelle optreden maakte het mogelijk om bewijsmateriaal veilig te stellen en de dader op te sporen.
De zoektocht naar de dader
De Nederlandse verdachte werd geïdentificeerd doordat hij zijn bankpas had gebruikt om in de bus in te checken. Hij werd op 7 augustus gearresteerd. Tijdens verhoren ontkende A. in eerste instantie de aanklachten. Hij beweerde dat de seksuele handelingen met wederzijdse instemming hadden plaatsgevonden en ontkende het slachtoffer te hebben gepenetreerd.
Forensisch onderzoek bracht echter onomstotelijk bewijs aan het licht. Dna-monsters van A. werden aangetroffen op voorwerpen die door het slachtoffer waren verstrekt. Geconfronteerd met dit bewijs pleitte A. op 8 november alsnog schuldig.
Impact op het slachtoffer
Tijdens de rechtszaak las het slachtoffer een aangrijpende verklaring voor. “Sinds die noodlottige nacht is mijn leven compleet op zijn kop gezet,” vertelde ze. Ze beschreef hoe ze sindsdien gespannen en op haar hoede is, voortdurend manieren bedenkend om zichzelf te beschermen. “Ik ben niet langer die zorgeloze persoon die ik was. Mijn kijk op de wereld is heel erg veranderd.”
Ze sprak over haar isolatie en de schade die de aanval heeft aangericht op haar sociale leven. “Ik vermijd familiebijeenkomsten en wil gewoon thuis blijven, waar ik me veilig voel. Ik lachte altijd naar mensen, maar nu ben ik wantrouwend tegenover iedereen die ik zie.”
De Londense rechtbank veroordeelde A. tot vijf jaar en vier maanden cel, met daarnaast drie jaar voorwaardelijk. Rechercheur Raeven Headlam van de Londense politie prees het slachtoffer voor haar moed. “Het verstrekken van dna-monsters was moeilijk voor haar, maar bleek van vitaal belang om zonder twijfel te bewijzen wat Abdala A. die nacht deed.”