Bommen in de Hofstad, bestuurders kijken weg
Vijf doden zijn er gevallen.
Vijf.
De vraag is of het bij dat aantal blijft maar de vraag stellen is ‘m beantwoorden. Vijf mensen die hun normale levens leidden, ergens in Den Haag. Die dagelijks normale mensen dingen deden. Opstaan, het ov naar het werk nemen, aansluiten in de file, kinderen naar school en terugbrengen. Plannen maken voor kerst en oud en nieuw. Doodnormale mensen. Vooral dood.
Het heeft geen zin om te speculeren, wél om te reflecteren.
Wat is er in hemelsnaam aan de hand in Nederland? Bommen en granaten zijn niet het eerste wat je bedenkt als je aan de laagvlakte aan de Noordzee denkt. Regen, wind, kou, mensen die meteen Engels praten tegen een buitenlander, drop en stroopwafels, zes uur aan tafel en een waardeloze Publieke Omroep: dat is Nederland. Geen ontploffing in een doorsnee wijk in de Hofstad. Of Rotterdam. De vraag is welke stad volgt, hoeveel doden het dan zijn, wat de oorzaak deze keer is en wie de daders.