Trump baseerde zich voor de invoer van de importheffingen op een wet genaamd de International Emergency Economic Powers Act uit 1977. Deze wet geeft een president de mogelijkheid om import te reguleren in noodsituaties. Maar volgens de rechtbank valt een handelstekort daar niet onder. Grote tekorten in de handel zijn volgens de rechters geen nationale noodsituatie.

De rechtbank is daarmee duidelijk: wie invoerheffingen wil opleggen, moet daarvoor via het Congres gaan. ‘Je wilt niet dat een president eenzijdig beslist over massale importheffingen tegen alle handelspartners’, stelt de Amerikaanse rechtse politieke commentator Ben Shapiro bij The Daily Wire. ‘Dat is niet het machtsevenwicht dat de grondwet bedoelde.’

Importheffingen op Canada en China onder vuur
De uitspraak raakt ook speciale heffingen van 20 procent op Canada, Mexico en China. Die waren opgelegd vanwege hun vermeende rol in de Amerikaanse fentanylcrisis. De rechtbank vernietigde ook deze heffingen. Volgens Shapiro valt daar bij Mexico misschien nog een zaak voor te maken, maar ‘je kunt nooit een redelijke zaak maken voor Canada’. De hoeveelheid fentanyl aan de grens met Canada was in het afgelopen jaar slechts 50 pond.

Andere heffingen blijven voorlopig bestaan
Niet alle importheffingen verdwijnen. De bestaande invoerrechten van 25 procent op staal, aluminium en auto’s blijven voorlopig van kracht. Die vallen namelijk onder andere wetten: Section 232 en Section 301. Die mogen wel door de president gebruikt worden, maar zijn bedoeld voor specifieke sectoren, niet voor een totaalpakket aan landen.

Geen eind aan handelsoorlog
De uitspraak betekent niet dat de tarieven definitief zijn verdwenen. Een hogere rechter heeft inmiddels een tijdelijke opschorting toegestaan, waardoor de tarieven voorlopig blijven gelden, meldt CNBC. De Amerikaanse regering heeft bovendien laten weten in hoger beroep te gaan, meldt The Wall Street Journal.