JA21 stijgt enorm in peiling; NSC op nul zetels

De nieuwste peiling van Maurice de Hond laat een opmerkelijke verschuiving zien in het politieke landschap richting de verkiezingen van oktober. Met name JA21 valt op: de partij stijgt met drie zetels naar een totaal van acht. Daarmee evenaart ze D66 en neemt ze een serieuze positie in binnen het rechtse kamp.
De opmars van JA21 was al maanden gaande, maar krijgt nu een flinke duw door de komst van Ingrid Coenradie bij de partij. De partij wint volgens De Hond kiezers bij de PVV, VVD, NSC en BBB. De groei komt dus uit meerdere hoeken en is breed gedragen.
Tegelijkertijd zakt de VVD terug naar 22 zetels, een verlies van twee ten opzichte van de vorige peiling. De partij lijkt klem te zitten: door het uitsluiten van de PVV als coalitiepartner jaagt ze kiezers aan de rechterflank weg, maar krijgt daar nauwelijks iets voor terug aan de centrumkant. Slechts 60 procent van de VVD-stemmers uit 2023 wil opnieuw op de partij stemmen.
Daar komt bij dat potentiële VVD-kiezers uit het kamp van PVV, BBB en JA21 geen behoefte hebben aan een regering met GroenLinks/PvdA. En laat dat nou precies de combinatie zijn die overblijft als de PVV wordt uitgesloten. De VVD raakt zo klem tussen electorale onwil aan de rechterkant en gebrek aan aantrekkingskracht in het midden.
CDA klimt, NSC zakt weg
Het CDA zit juist in de lift. De partij stijgt naar 21 zetels, een niveau dat het in jaren niet meer haalde. Die groei komt deels van NSC, dat volledig is weggezakt naar nul zetels – een historisch dieptepunt voor een partij die ooit 20 zetels haalde.
Ook VVD en BBB verliezen terrein aan het CDA. Zelfs onder linkse kiezers is er een lichte beweging richting de christendemocraten. Lijsttrekker Henri Bontenbal lijkt een stabiele indruk te maken. Het CDA profiteert bovendien van het feit dat het als enige partij zowel centrumkiezers als conservatieven weet te binden.
Polarisatie rond PVV en GroenLinks/PvdA
Op de achtergrond speelt een groeiende polarisatie rond twee partijen: de PVV en GroenLinks/PvdA. Uit de peiling blijkt dat een groot deel van de kiezers hen ofwel nadrukkelijk wél, of juist absoluut níet in een toekomstige regering wil zien.
Van de potentiële VVD-kiezers geeft een aanzienlijk deel aan dat zij wél de PVV in het kabinet willen, terwijl de huidige VVD-stemmers daar veel negatiever over zijn. Tegelijkertijd geldt voor GroenLinks/PvdA het omgekeerde: zij worden juist door veel rechtse kiezers fel afgewezen als coalitiepartner.
Deze dynamiek maakt het voor de VVD extra lastig. Wie PVV uitsluit, maakt GroenLinks/PvdA bijna onmisbaar. En dat jaagt rechtse kiezers juist weg.
Motie-Piri verdeelt links
De motie van Piri (GroenLinks/PvdA) om een volledig wapenembargo tegen Israël in te stellen, leidde tot veel ophef. Toch blijkt uit de peiling dat de eigen achterban vooral positief is. Van de GroenLinks-kiezers uit 2021 vindt 69 procent de motie goed. Bij de PvdA is dat 43 procent. De schade voor GroenLinks/PvdA lijkt dus beperkt, maar de groeiruimte is klein: er zijn weinig linkse kiezers meer te winnen.
BBB en NSC: stikstofschermutselingen
Op het stikstofdossier was er een felle botsing tussen NSC en minister Wiersma. NSC vond dat de minister overleg moest voeren met milieuorganisatie MOB. Een meerderheid van de Nederlanders (49 procent) vindt echter dat Wiersma moet doorzetten met haar plannen. Onder NSC-kiezers van 2023 is dat zelfs 61 procent.
Het gevolg: BBB wint een zetel en stijgt naar drie. NSC zakt naar nul. Daarmee lijkt de partij van Pieter Omtzigt definitief uitgespeeld.
Hoewel de verkiezingen pas over vier maanden zijn, tekenen zich nu al duidelijke lijnen af. De VVD verliest terrein en krijgt het moeilijk in de formatie. Het CDA stijgt, JA21 breekt door en NSC valt weg. De polarisatie rond PVV en GroenLinks/PvdA zorgt voor grote electorale spanningen.