Vorige week is de negende prikronde tegen het coronavirus van start gegaan ondanks juridisch verzet. Volgens jurist Jacob van der Veer diende VoorWaarheid al op 13 juni een nieuw handhavingsverzoek in bij het ministerie van VWS. Toch duurde het bijna twee maanden voordat het ministerie advies vroeg aan het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Dat advies lag er op 12 augustus, maar een besluit kwam pas op 12 september – één werkdag voor de start van de nieuwe prikcampagne.

Van der Veer schrijft op LinkedIn: “Waarom doet het ministerie van VWS met deze trage besluitvorming zoveel moeite om een zorgvuldige procedure onmogelijk te maken? En waarom kon het CBG het verzoek vorig jaar niet doorgeleiden aan de minister?”

Hij noemt het onbegrijpelijk dat de rechtbank Rotterdam de stichting verwijt dat het verzoek te laat was ingediend. “Dat is té absurd. Verder komt de voorzieningenrechter opnieuw met het argument van vrijwilligheid op de proppen terwijl al bij de behandeling van het beroep tegen het CBG eind vorig jaar werd geconcludeerd dat dit bij een onveilig middel niet ter zake doet.”

Engel: “In de categorie knettergek”
Ook Willem Engel haalt fel uit. Op X schrijft hij dat de minister de reactie bewust uitstelde tot het laatste moment. “Verzoek was 13 juni, afwijzing op 12 september, de vrijdag voor de maandag waarop de prikcampagne van start ging.”

Engel noemt de beslissing van de minister “evident ondeugdelijk” en beklaagt zich over de houding van de rechtbank. Volgens hem wees de rechter het verzoek af met drie dubieuze argumenten: het zou de negende ronde zijn en dus moest iedereen inmiddels wel weten waar hij of zij aan toe was; het verzoekschrift was pas ingediend nadat de prikronde al was begonnen; en omdat de vaccinatie vrijwillig is, zou er geen noodzaak zijn om in te grijpen.

Engel schrijft: “Knettergek, de minister wacht tot het moment waarbij wij geen verzoek meer kunnen indienen voor de start, maar dat is ons te verwijten?” Hij verwijst naar een eerdere zitting waarin juist was vastgesteld dat het argument van vrijwilligheid niet relevant is bij de beoordeling van veiligheid. Toch koos de rechtbank dit keer wél voor die redenering.

Documenten en eerdere zittingen
Een interne mail van de rechtbank, gericht aan Van der Veer en gedateerd 19 september 2025, bevestigt de afwijzing. Daarin staat dat de voorzieningenrechter geen aanleiding zag om het verzoek te honoreren, onder meer omdat het om de “9e prikronde” gaat en omdat “de herhaalprikken niet verplicht zijn”. Over het tweede verzoek – een voorlopige voorziening die de campagne na de zitting kan stoppen totdat er een definitieve uitspraak ligt – zal de rechter volgende week beslissen.

Opvallend is dat in een eerdere zitting in oktober 2024 de rechter zelf twijfelde aan het argument van vrijwilligheid. In het transcript vroeg de rechtbank destijds aan het CBG: “Maar om het toch even op scherp te stellen, op het moment dat iets evident gevaarlijk is en de Rijksoverheid die biedt je dat aan, dan maakt het toch helemaal niet uit of mensen het vrijwillig nemen of niet?”

Het CBG antwoordde toen: “Dat ben ik met u eens, maar het College is van oordeel dat dat niet aan de orde is nu.”

Strijd over bevoegdheden
De kwestie staat niet op zichzelf. VoorWaarheid vecht al twee jaar tegen de handelsvergunningen van de mRNA-vaccins. Zowel het CBG als de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) verklaarden zich eerder onbevoegd. Daardoor schoof de stichting haar verzoek door naar de minister.

Volgens VoorWaarheid leidt die bureaucratische wirwar tot gevaarlijke situaties. De stichting wijst op de ruim 236.000 meldingen van mogelijke bijwerkingen bij Lareb, waaronder duizenden ernstige gevallen. “Als bij 29 mensen die ziek worden van blauwe bessen wél direct wordt ingegrepen, waarom dan niet bij 236.000 meldingen?”, aldus jurist Maria-Louise Genet.

Nieuwe ronde, zelfde strijd
De negende vaccinatieronde is begonnen, maar de rechtszaken gaan onverminderd door. VoorWaarheid bereidt nieuwe stappen voor, ondanks de teleurstellende uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Van der Veer hoopt dat er alsnog een zitting komt waarin de zaak inhoudelijk wordt behandeld.

Engel formuleert het scherper: “Elke dode die valt als gevolg van de prik is deze rechter direct en persoonlijk aan te rekenen.”