Blijven de huizenprijzen verder doorstijgen?
Volgens DNB zullen de huizenprijzen volgend jaar toenemen met 7,5 procent. Het gevolg hiervan is volgens DNB dat overbieden nog vaker zal voorkomen dan nu al het geval is. Ook voor 2026 verwacht DNB dat de huizenprijzen zullen blijven stijgen. Wel verwacht DNB dat de stijging wat zal afnemen. Volgens DNB zullen in 2026 de huizenprijzen 'slechts' met vier procent toenemen.

Volgens DNB zal deze afname vooral komen omdat er meer bouwvergunningen zijn afgegeven, waardoor de krapte op de woningmarkt zal afnemen. Toch zal het volgens DNB niet lukken om 100.000 woningen per jaar te bouwen, tenzij extra vergunningen worden verleend. DNB ziet dit op korte termijn niet gebeuren.

DNB adviseert dat de problemen op de woningmarkt opgelost kunnen worden als er naast het bouwen van nieuwe woningen ook gekeken wordt naar andere maatregelen. Zo pleit DNB ervoor om fiscale voordelen voor huizenkopers af te bouwen, zoals de hypotheekrenteaftrek. Ook moet de huurmarkt, aldus DNB, beter functioneren, zodat de druk op de woningmarkt kan worden verminderd.

Zijn er ook nog 'meevallers'?
Naast het pessimistische beeld dat DNB schetst, is een van de meevallers dat DNB verwacht dat de kansen voor starters op een woning niet zullen verslechteren doordat de leencapaciteit naar verwachting zal meegroeien met de stijgende woningprijzen.

Toch blijft het moeilijk om een woning te kopen als starter. Voor een gemiddeld huis voor 520.000 euro heeft een huishouden een gezamenlijk inkomen van minimaal 106.000 euro nodig. Volgens DNB kunnen slechts 36 procent van de huishoudens aan deze eis voldoen: 'De meeste huishoudens hebben dus spaargeld of ander vermogen nodig voor de aankoop van een huis, naast een hypotheek.'