EU verdeeld over miljardensteun aan Oekraïne: wie betaalt de rekening?

Terwijl de EU-leiders deze week in Brussel bijeenkomen voor een nieuwe Europese Raad-top, draait het debat opnieuw om militaire steun aan Oekraïne. Het meest besproken plan is het ‘Kallas-plan’, een voorstel van de Estse buitenlandchef Kaja Kallas. Dit plan beoogt een militair hulppakket ter waarde van 40 miljard euro om Kyiv van wapens en munitie te voorzien, meldt Euractiv.
Ingrijpende plannen, maar weinig overeenstemming
Het plan omvat 5 miljard euro voor 2 miljoen artilleriegranaten, luchtafweersystemen, raketten, drones, gevechtsvliegtuigen en ander militair materieel. Dit alles zou nog dit jaar moeten worden geleverd. Opvallend is dat de Europese Unie er in de afgelopen twee jaar niet in is geslaagd om zelfs maar 1 miljoen granaten aan Oekraïne te leveren.
Op 17 maart bespraken de Europese ministers van Buitenlandse Zaken het laatste concept van het plan. Kallas verklaarde daarna dat er 'brede politieke steun' was voor de 40 miljard euro. Maar volgens media-bronnen zijn de EU-lidstaten nog lang niet eens over het totaalbedrag of de verdeling van de kosten.
Veel landen willen een snel akkoord, maar er wordt nog gesteggeld over het precieze bedrag, dat kan variëren tussen 20 miljard en 40 miljard euro. Daarnaast is er fel debat over de verdeling van de bijdragen.
Grote landen willen minder betalen
Het oorspronkelijke voorstel van Kallas ging uit van een ‘eerlijke bijdrage’ van elke lidstaat, gebaseerd op de grootte van hun economie. Kleinere landen met een lager bruto binnenlands product (bbp) steunen dit idee, maar grotere landen zoals Frankrijk, Italië en Spanje verzetten zich. Zij zouden immers het grootste deel van de kosten moeten dragen.
Meerdere lidstaten dringen erop aan dat er geen sprake mag zijn van ‘dubbele boekhouding’. Dit betekent dat landen de militaire steun die ze sinds februari 2022 al hebben gegeven, mogen aftrekken van hun verplichte bijdrage. Hierdoor zal het daadwerkelijke bedrag dat naar Oekraïne gaat, waarschijnlijk lager uitvallen dan op papier.
Daarnaast zoeken EU-landen naar alternatieve financiering, zoals de inzet van 18 miljard euro uit bevroren Russische tegoeden. Dit toont aan dat, hoewel er brede steun is voor het hulppakket, weinigen bereid zijn de rekening te betalen.
Hongarije en Slowakije verzetten zich tegen het plan
Kallas benadrukte dat 'iedereen aan tafel begreep dat we nu vastberadenheid moeten tonen' en Oekraïne moeten helpen. Hongarije en Slowakije verzetten zich echter tegen verdere militaire steun en pleiten juist voor diplomatieke onderhandelingen, in lijn met de koers van Donald Trump.
De EU houdt al rekening met een Hongaars en Slowaaks veto. Daarom wordt er gewerkt aan een alternatief voorstel onder de naam ‘coalitie voor de welwillenden’. Dit zou vrijdag kunnen worden aangenomen, zodat het plan doorgaat zonder een unaniem EU-besluit.
De Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken, Péter Szijjártó, was glashelder: 'Wij laten ons hier niet in meeslepen, noch zullen we Hongaars belastinggeld gebruiken om wapens naar Oekraïne te sturen.' Ook Slowakije gaf aan zich niet aan de financiering te zullen houden.
Ondertussen kijkt de EU naar andere bondgenoten, zoals het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen, om de ‘coalitie van de welwillenden’ te versterken. Maar of deze landen bereid zijn om op hetzelfde niveau als de EU-lidstaten mee te betalen, blijft onzeker.