Wilders woest om idee dat kabinet delegatie stuurt naar Pride-mars Hongarije: 'Ga aan het werk voor Nederland'

De Tweede Kamer wil dat er eind juni een Nederlandse kabinetsdelegatie meeloopt in de Pride-mars in Boedapest. De mars ligt onder vuur na een wetsvoorstel van de Hongaarse regering om het evenement te verbieden. Een motie van Volt en VVD voor Nederlandse kabinetsdeelname kreeg deze week een meerderheid in de Kamer, tot woede van PVV-leider Geert Wilders.
De jaarlijkse Pride in de Hongaarse hoofdstad vindt plaats op 28 juni en zou dit jaar haar 30e editie kennen. In maart nam het Hongaarse parlement echter een wet aan die het houden van dergelijke demonstraties verbiedt. Volgens premier Orbán en zijn Fidesz-partij zijn publieke LHBTI-manifestaties “in strijd met de publieke orde en normen”. Toch gaan de voorbereidingen voor de mars onverminderd door.
Volt en de VVD dienden een motie in die de Nederlandse regering oproept een delegatie te sturen en andere EU-landen aan te moedigen dat ook te doen. Volgens de indieners is het verbod op de Pride in strijd met de Europese kernwaarden, zoals vrijheid en democratische rechten. De motie kreeg steun van NSC en BBB, waardoor een Kamermeerderheid ontstond. De PVV stemde fel tegen.
Minister Brekelmans van Defensie liet in het Kamerdebat weten dat het kabinet de mogelijkheid van deelname niet uitsluit. Maar hij waarschuwde dat een te vroeg of te publiek signaal van Nederlandse betrokkenheid de organisatie in Boedapest juist kan schaden. Er is nog geen officiële vergunning verleend voor de mars, en een Nederlandse delegatie zou volgens hem de kans op Hongaarse tegenmaatregelen vergroten.
Geert Wilders reageerde fel op het besluit van de Kamer. Op X noemde hij het 'totaal onzin' dat een kabinetsdelegatie meeloopt in een Pride-mars in het buitenland. 'Echt gênant', schreef hij. 'Laat het kabinet hier aan het werk gaan in plaats van mee te doen aan die gekkigheid.'