Volgens het COA hebben sommige gemeenten laten weten ‘nog geen opvangplekken te kunnen leveren’. Welke gemeenten dat zijn en wat hun redenen zijn, wil het COA niet bekendmaken. Het is daarom ook onduidelijk over welke provincies of gemeenten het gaat.

Spanning met de spreidingswet.
De spreidingswet regelt hoeveel asielzoekers provincies moeten opvangen. De oproep van het COA ging naar de provincies die volgens de spreidingswet niet genoeg asielzoekers opvangen. De oproep van het COA ging daarom ook naar de provincies Noord-Brabant, Gelderland, Limburg, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland. Deze provincies voldeden eerder niet aan de taakstelling van de spreidingswet. Alleen Groningen, Friesland, Drenthe en Flevoland hadden op tijd voldoende plekken geregeld.

Zorgen over komende maanden
Een woordvoerder van het COA vertelde aan Omroep Brabant dat de druk groot is ‘door een mogelijke toename in de bezetting en het sluiten van tijdelijke opvanglocaties’. In de zomer en het najaar komen er meestal meer asielzoekers naar Nederland dan in andere seizoenen. Daardoor dreigt een tekort aan opvangplekken.

De betrokken provincies willen dat demissionair minister Mona Keijzer (BBB) de spreidingswet uitvoert in plaats van te blijven vragen om noodlocaties. Tijdelijke opvangplekken zijn volgens hen veel duurder dan reguliere opvang. ‘Die reguliere opvangplekken komen er alleen als de minister de spreidingswet handhaaft’, aldus de acht provincies.

Keijzer benadrukte eerder het belang van het reduceren van het aantal asielzoekers dat naar Nederland komt. Volgens Keijzer zal dit er ook voor zorgen dat de druk op de asielketen zal worden verminderd.