De proef liep van oktober 2024 tot en met mei 2025. Bij elf dierhouders zijn in totaal 114 mobiele rasters geplaatst. Het doel was om te onderzoeken of deze tijdelijke barrières voldoende bescherming bieden tegen aanvallen van wolven.

In die zeven maanden werd slechts één aanval geregistreerd binnen de rasters, aldus een persbericht. Uit onderzoek bleek dat op dat moment de stroomspanning op de afrastering te laag was. Waarschijnlijk was een zwakke accu de oorzaak. Daarmee is de aanval volgens de provincie verklaarbaar. 

Praktisch voor verplaatsbare kuddes
De gebruikte rasters zijn bedoeld voor situaties waarin dieren vaak van locatie wisselen, zoals bij schapenhouders. Ze kunnen snel worden geplaatst en verwijderd met behulp van een quad. De flexibiliteit maakt ze aantrekkelijk voor veehouders die niet altijd op vaste locaties grazen.

Volgens de provincie is het wel van cruciaal belang dat de rasters correct worden geplaatst. Vooral de onderste stroomdraad moet laag bij de grond hangen – maximaal twintig centimeter – om te voorkomen dat een wolf eronderdoor kan kruipen. Daarnaast moet het gras onder het raster worden gemaaid. Als dat niet gebeurt, kan het contact maken met de draad en zo de stroom verstoren.

Leerpunten uit de praktijk
Niet alle gebruikte materialen bleken even geschikt. Sommige rasterpalen hadden draadogen op de verkeerde hoogte, waardoor de onderste draad te hoog kwam te hangen. Ook bleek het lastig om op alle locaties de stroomvoorziening goed te regelen. In droge bodems werkt het aarden van het systeem bijvoorbeeld minder goed, wat invloed heeft op de spanning op de draden.

Ondanks deze knelpunten was de algehele werking positief. De meeste rasters functioneerden goed tijdens de hele proefperiode.

Vervolg wordt onderzocht
De proef leverde waardevolle inzichten op. De provincie meldt dat sommige dierhouders, die eerder weinig vertrouwen hadden in mobiele rasters, nu overtuigd zijn van de effectiviteit – mits alles goed wordt aangelegd en onderhouden.

Drenthe overweegt daarom een vervolg. Daarbij zou ook een andere rastermethode getest kunnen worden. Verder wordt gekeken naar de mogelijkheden om processen zoals aanvragen, plaatsing, controle en opruiming van de rasters te automatiseren.