De discussie begon door een blog van advocaat Daniel Nierenz. Hij is voorzitter van de lokale advocatenvereniging. Hij noemt Simons partij 'een organisatie die tijdelijk als “zeker extreemrechts” is aangemerkt' en stelt dat dit ‘een mogelijk spanningsveld oplevert met de neutraliteitsplicht van ambtenaren’.

De Siegener Zeitung sluit zich daarbij aan. De krant stelt dat 'al de schijn van een gebrek aan onpartijdigheid het vertrouwen in de rechtspraak kan aantasten', zeker in zaken met ‘migratie- of politieke achtergrond’.

Geen enkel bewijs van partijdigheid
Het gerechtshof van Siegen liet weten dat er ‘geen klachten tegen Simon bekend zijn die twijfels aan haar neutraliteit rechtvaardigen’. Ook Simon zelf ontkent de beschuldigingen. Ze zegt: ‘Ik houd al dertig jaar een duidelijke scheiding tussen ambt en privéleven aan.’

Volgens haar is politieke activiteit toegestaan, zolang ‘de plicht tot loyaliteit, gematigdheid en neutraliteit’ niet wordt geschonden. ‘Onze partij staat voor de vrij-democratische rechtsorde,’ benadrukt ze.

Politieke zuivering van ambtenaren?
De zaak rond Simon staat niet op zichzelf. In juli kondigde het ministerie van Binnenlandse Zaken in Rijnland-Palts aan dat AfD-leden in de toekomst uitgesloten kunnen worden van een functie bij de overheid.

Na kritiek zei minister Michael Ebling (SPD): ‘Wie zich in de dienst van deze staat stelt, moet te allen tijde loyaal zijn aan de grondwet, zonder mitsen en maren.’ Sollicitanten die weigeren zo’n verklaring te ondertekenen, worden afgewezen.

Steeds vaker lijken AfD-leden binnen het ambtenarenapparaat onder algemeen wantrouwen te vallen, ongeacht hun staat van dienst. De vraag rijst of neutraliteit nog meetelt, of dat partijkaart alleen al reden is voor uitsluiting.