Nacht van de Poëzie geeft podium aan dichteres die Nederland een 'giftig' en 'vijandig' land noemt

Komend weekend stroomt TivoliVredenburg weer vol voor de 42ste Nacht van de Poëzie. Het jaarlijkse festival brengt twintig dichters en diverse muzikale acts op één podium. Tussen gevestigde namen als Judith Herzberg en Tom Lanoye verschijnt dit jaar ook de 23-jarige Asmae Amaddaou. In interviews doet de dichteres opvallend harde uitspraken over Nederland, haar geboorteland. Zo spreekt ze van een 'giftig' en 'vijandig' land dat ze 'niets verschuldigd' is.
In gesprek met OneWorld zei Amaddaou: “Ik ken Nederland alleen als een vijandig land.” Ze spreekt onder meer over discriminatie en etnisch profileren. Volgens haar is hier geboren worden een zegen, maar tegelijk ook een last: “Nederland is ook een giftig land: etnisch profileren, toeslagenaffaires, discriminatie op de woningmarkt en arbeidsmarkt.”
Poëzie voor iedereen?
De dichteres beschrijft zichzelf bij OneWorld als vertegenwoordiger van “bruine meisjes” in Nederland. Al op jonge leeftijd mengde Amaddaou zich in politiek geladen kwesties. Zo deed ze op twaalfjarige leeftijd aangifte tegen Geert Wilders na diens “minder, minder”-uitspraak, meldt OneWorld. Inmiddels denkt ze er serieus over na om Nederland te verlaten.
Amaddaou vindt dat ze Nederland 'niets verschuldigd' is. “Ik zou graag onvoorwaardelijk van Nederland willen houden, als ik de energie en liefde die ik geef ook terugkrijg. Maar dat heb ik nooit gekregen. We zitten in een giftige relatie. Ik ben dankbaar, maar verder is er niets. [...] Ik weet dat ik niet genoeg ben, en dat is oké,” zei ze in gesprek met Trouw.
Tijdens haar studie aan de Hogeschool voor de Kunsten voelde Amaddaou zich buitengesloten. Over haar lessen poëzie zei ze tegen NPO Cultuur: “Ik snapte niets van die oude, witte mannen die praten over van die hele filosofische zaken in een Nederlands dat we nu niet meer spreken. Ik weigerde vanaf dat moment om poëzie te schrijven, want het voelde niet voor mensen als ik.” Twee jaar later vond ze de poëzie toch opnieuw uit. Inmiddels wordt ze gepresenteerd als een nieuw geluid in de literaire wereld.
In een AD-interview benadrukte Amaddaou dat haar werk vooral bedoeld is voor de moslimgemeenschap en 'alle mensen van kleur'. “Ik wil mijn mensen representeren,” zei ze, waarbij ze expliciet sprak over Marokkaanse Nederlanders, immigranten en vrouwen met een migratieachtergrond.
Daarnaast ziet Amaddaou zichzelf als spreekbuis van de Palestijnse zaak. In het tv-programma Vrouwejaars droeg ze eind 2024 een gedicht voor over Gaza. Daarnaast sprak Amaddaou onlangs tijdens een pro-Palestijnse sit-in op het treinstation Utrecht Centraal, blijkt uit een Instagram-bericht.
Subsidiegeld
De Nacht van de Poëzie wordt mogelijk gemaakt door het International Literature Festival Utrecht (ILFU), dat structurele subsidie ontvangt van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap via de Regeling culturele basisinfrastructuur 2025-2028 (BIS). Het Nederlands Letterenfonds bevestigde dat deze meerjarige steun bedoeld is om literaire organisaties “hun maatschappelijke rol” te laten vervullen. In totaal verdeelt het Letterenfonds meer dan 10 miljoen euro onder literaire instellingen.
Amaddaou zelf profiteert ook rechtstreeks van deze subsidiestromen. Ze kreeg een beurs van het Letterenfonds om een jaar lang te schrijven en onderzoek te doen, meldt AD.
Praatmee