Voetballer Jayden Braaf klaagt oud-zaakwaarnemers aan: ‘Misbruik van mijn situatie’

Voetballer Jayden Braaf stond donderdag tegenover zijn oud-zaakwaarnemers in de rechtbank van Amsterdam. De zaak draait om leningen die hij volgens de tegenpartij niet heeft terugbetaald. Braaf stelt juist dat de afspraken onder druk tot stand kwamen en dat hij destijds kwetsbaar en afhankelijk was. De kwestie past in een bredere discussie over jonge talenten die al vroeg in handen vallen van makelaars en begeleiders.
In de rechtbank werd uitvoerig stilgestaan bij de manier waarop de afspraken tot stand kwamen. Volgens zijn advocaten Pejman Salim en Anil Ramdas was er sprake van “misbruik van omstandigheden”. Braaf was pas achttien jaar toen hij de eerste contracten ondertekende en nam die beslissingen, zo stellen zij, “onder invloed van afhankelijkheid en onervarenheid”. Daarbij zou zijn entourage goed hebben geweten hoe kwetsbaar hij was.
De jonge voetballer raakte bovendien verstrikt in een wirwar van begeleiders. Verschillende zaakwaarnemers en tussenpersonen waren actief rond zijn carrière, waardoor hij zelf niet altijd wist wie daadwerkelijk zijn belangen behartigde. Voor Braaf is de kwestie inmiddels ook een principezaak geworden: hij wil laten zien dat hij voor zichzelf opkomt.
De wederpartij laat zich vertegenwoordigen door advocaat Joes Blakborn. Hij is niet alleen de bepleiter, maar ook bestuurder van de schuldeiser EFM International, een onderneming met een FIFI-licentie. Volgens Blakborn was er geen sprake van druk of misleiding bij de geldverstrekking en hebben zijn cliënten juist te goeder trouw gehandeld. Het geld werd, zegt Blakborn, doelbewust en op aandringen van Braaf zelf geleend. Er zijn contracten opgesteld en de bedoeling was hem “te helpen om zijn kosten te betalen”.
Volgens Braaf en zijn advocaten begonnen de problemen pas toen hij zijn voormalige zaakwaarnemers achter zich liet. Zolang hij onder hun hoede stond, zo stellen zij, wisten de begeleiders hem te gebruiken en mee te profiteren van zijn verdiensten. Toen Braaf afstand van hen nam en er niets meer te verdienen viel, kwamen de claims en de rechtszaken. Blakborn weerspreekt dit geschetste beeld fel. Volgens hem was er geen sprake van een verdienmodel, in tegendeel: zijn cliënten hebben Braaf juist geholpen.
Een bekend patroon
De zaak legt een structureel probleem bloot. Talenten worden vaak al rond hun zestiende uit Nederlandse jeugdopleidingen weggehaald door internationale makelaarskantoren. De Britse Stellar Group, dat ook in de stukken rond Braaf genoemd wordt, speelde daarbij jarenlang een centrale rol.
Stellar staat bekend om het vroeg rekruteren van jongens die nog nauwelijks volwassen zijn. Oprichter Jonathan Barnett zei ooit trots: “Ik was de eerste zaakwaarnemer die ze ooit hadden ontmoet. En ik tekende acht van de elf spelers.” Clubs als Ajax en Feyenoord zagen intussen hele lichtingen talent vertrekken, vaak via schimmige constructies waarbij ook ouders en familiebedrijven betrokken raakten.
Braaf zelf volgde dat pad. Als zestienjarige tekende hij bij Manchester City, een stap die zijn loopbaan in gang zette maar nooit leidde tot een doorbraak. In de jaren erna zwierf hij van club naar club, zonder vaste grond onder de voeten. Het illustreert de kwetsbare positie van jonge spelers die te vroeg in internationale circuits belanden, waar geld en belangen vaak zwaarder wegen dan zorg en begeleiding.
FIFA probeerde met strengere regels jonge spelers te beschermen. Geen bemiddeling onder de zestien, geen financiële constructies rond ouders. Maarten Fontein, oud-directeur van Ajax, zei hierover bij NOS: “We moeten voorkomen dat kinderen als vee verhandeld worden.” Hij waarschuwde dat transfers te vaak samengaan met deals die nauwelijks transparant zijn.
Kort geding
De zaak-Braaf legt precies die spanning bloot: jonge spelers die hun vertrouwen leggen in ervaren begeleiders, maar achteraf niet weten welke afspraken er écht zijn gemaakt en wie er profiteert. In de rechtbank draait het nu om leningen, maar de onderliggende kwestie gaat over macht, afhankelijkheid en verantwoordelijkheid.
Wie draagt de zorgplicht voor een achttienjarige met een miljoenencontract? En waar eindigt begeleiding en begint misbruik? De uitspraak in de zaak-Braaf volgt op 16 oktober.
Praatmee