Wachtrij voor stroomaansluiting groeit naar 14.000 bedrijven

De problemen op het Nederlandse stroomnet worden steeds nijpender. Ondanks miljardeninvesteringen wachten inmiddels 14.000 bedrijven op een aansluiting. Dat zijn er 3000 meer dan enkele maanden geleden. Het tekort aan capaciteit legt bouwprojecten stil, vertraagt verduurzaming en kost de economie naar schatting 40 miljard euro per jaar. Dit meldt Klimaatminister Sophie Hermans (VVD) in een Kamerbrief.
De vraag naar elektriciteit stijgt razendsnel. Bedrijven stappen over op elektrische processen, huishoudens koken en rijden elektrisch en gemeenten willen meer woningen bouwen. De uitbreiding van het netwerk houdt dat tempo niet bij. Jaarlijks wordt ruim 8 miljard euro geïnvesteerd in hoogspanningsstations, kabels en transformatorhuisjes, maar de uitvoering stokt door personeelstekorten en trage vergunningprocedures.
Volgens het ministerie van Klimaat en Groene Groei zijn er tot 2030 minstens 30.000 extra technici nodig om de achterstand in te lopen. De vergunningverlening voor nieuwe infrastructuur duurt vaak jaren. Daardoor blijven grote delen van Nederland — waaronder Brabant, Flevoland en delen van de Randstad — op slot voor nieuwe aansluitingen.
Bedrijven en gemeenten in de knel
De wachtlijst raakt steeds meer sectoren. Fabrieken die willen overschakelen op elektrische ovens, supermarkten die snellaadpalen willen plaatsen en woningbouwprojecten die klaarstaan voor oplevering: ze kunnen niet verder zonder aansluiting. Bedrijven wachten in sommige regio’s tot tien jaar.
Ook gemeenten melden dat projecten vertraging oplopen of worden afgeblazen, meldt De Telegraaf. Zonder netcapaciteit kunnen geen nieuwe wijken worden aangesloten op stroom of warmtepompen. Daardoor stokt de woningbouw en blijft de verduurzaming van bestaande gebouwen achter.
Pogingen tot versnelling
Minister Sophie Hermans (VVD) werkt aan maatregelen om de aanleg te versnellen. Een zogeheten gedoogplicht moet ervoor zorgen dat projecten alvast kunnen starten terwijl bezwaarprocedures nog lopen. Daarnaast wil het kabinet dat de aanleg van elektriciteitsinfrastructuur wordt aangemerkt als ‘zwaarwegend maatschappelijk belang’, wat vergunningstrajecten kan verkorten met anderhalf jaar.
Toch blijft de uitvoering achter. Netbeheerders wijzen op een gebrek aan personeel, ruimte en duidelijkheid vanuit het Rijk. De plannen om flexibel stroomgebruik te stimuleren, bijvoorbeeld via variabele tarieven of tijdelijke verbruiksbeperkingen, leveren vooralsnog weinig op.
Flexibel verbruik als noodoplossing
Om het bestaande netwerk beter te benutten, wil het kabinet bedrijven en consumenten aanmoedigen hun verbruik te verschuiven. Tijdens daluren moet elektriciteit goedkoper worden, tijdens pieken duurder. Het doel is om piekbelasting te verminderen en de beperkte capaciteit eerlijker te verdelen.
Het systeem moet uiterlijk in 2028 worden ingevoerd. Voor bedrijven zijn er al vrijwillige contracten beschikbaar om tijdelijk minder stroom te gebruiken, maar die worden nauwelijks afgesloten. Veel ondernemers weten niet dat de mogelijkheid bestaat of vinden de regeling te ingewikkeld.
Gascentrales blijven voorlopig nodig
Zolang de uitbreiding van het netwerk niet voldoende opschiet, blijven gasgestookte centrales nodig om piekmomenten op te vangen. Dat druist in tegen de klimaatdoelen, maar wordt volgens het ministerie gezien als een tijdelijke noodmaatregel om de betrouwbaarheid van de stroomvoorziening te waarborgen.
Nederland heeft internationaal een van de meest stabiele elektriciteitsnetten, met een beschikbaarheid van 99,997 procent. Toch waarschuwen experts dat verdere groei van het stroomverbruik zonder ingrijpen die betrouwbaarheid onder druk zet.
Praatmee