Nu geldt een grens van 137.800 euro: tot dat bedrag is pensioeninleg belastingvrij. Sommige partijen willen die grens verlagen naar 105.000 euro, anderen nog verder. Daarmee zouden de overheidsinkomsten stijgen met bedragen tussen de 2 en 6 miljard euro. Volgens critici betekent dit een lastenverzwaring die ten koste gaat van het pensioen van werknemers.

Vakbonden boos: ‘Lijnrecht tegen pensioenakkoord’
De vakbonden reageren verontwaardigd. FNV noemt het voorstel tegenover De Telegraaf onacceptabel. ‘Om te beginnen gaat dit lijnrecht in tegen het Pensioenakkoord dat werknemers en werkgevers met het kabinet hebben gesloten,’ zegt interim-penningmeester Willem Noordman. ‘De politiek heeft daarin toegezegd niet te bezuinigen op ons pensioenstelsel.’

Ook de Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg (FBZ) is kritisch. Hoofd belangenbehartiging Aukje Falger wijst tegenover De Telegraaf erop dat de pensioenopbouw van mensen met een hoger inkomen al sterk is gedaald. ‘De pensioenopbouw van mensen met een hoger inkomen in de zorg is de laatste jaren al 11 procent omlaag gegaan,’ zegt ze. ‘Mensen moeten een pensioen kunnen opbouwen dat bij hun inkomen past. Zo lukt dat niet.’

Minder pensioen, meer belasting
Als de grens voor belastingvrije pensioenopbouw wordt verlaagd naar 105.000 euro, betekent dit dat over ongeveer 35.000 euro per jaar geen belastingvrij pensioen meer kan worden ingelegd. In veel pensioenregelingen gaat ongeveer twintig procent van het loon naar het pensioen.

Dat betekent dat iemand met een inkomen boven de nieuwe grens jaarlijks zo’n 7000 euro aan pensioenopbouw misloopt, omdat dit bedrag niet langer aftrekbaar is. Over de gehele loopbaan kan dat zorgen voor een flinke daling van het uiteindelijke pensioen. Als, zoals sommige partijen voorstellen, de grens nog verder wordt verlaagd, zal dit bedrag alleen maar verder oplopen.