Hoe links is het ‘brede middenkabinet’ waar Jetten voor pleit?

D66-leider Rob Jetten wil een zogenoemd ‘breed middenkabinet’ vormen met D66, VVD, CDA en GroenLinks-PvdA. Volgens hem zou zo’n combinatie het politieke midden vertegenwoordigen. In de praktijk lijkt dat echter vooral een links blok te worden. De vier partijen zouden samen 86 zetels halen, maar hun positie op het politieke spectrum roept vragen op.
Rechts van dit kabinet zouden nog minstens vijf partijen overblijven: PVV, JA21, FVD, BBB en SGP. Samen zijn die goed voor 49 zetels. Aan de linkerkant zouden SP, DENK, Partij voor de Dieren, Volt en ChristenUnie zitten, met slechts 13 zetels.
Daarmee kan in ieder geval worden geconstateerd dat het 'brede middenkabinet' met name een rechtse oppositie overlaat en slechts een klein links deel uitsluit.
Ook als naar de politieke standpunten wordt gekeken, is het kabinet niet echt ‘midden’. Alleen D66 en het CDA bevinden zich volgens de Stemwijzer nog enigszins rond het politieke centrum. Toch valt daar veel op af te dingen. D66 is in beleid de afgelopen jaren zichtbaar een voorvechter geweest van links beleid, vooral in thema’s als klimaat, migratie en identiteit.
Zo wil D66 volgens hun verkiezingsprogramma in 2035 geheel over zijn gestapt 'op groene energie', moeten de resterende kolencentrales uiterlijk in 2030 zijn gesloten en moet de verkoop van nieuwe gasgestookte cv-ketels vanaf 2026 stoppen. Ook wil D66 het vliegverkeer beperken en Schiphol verkleinen en dat de Europese Unie meer zeggenschap krijgt ten koste van de Nederlandse soevereiniteit.
Het CDA, ooit een gematigd rechtse volkspartij, is de laatste jaren juist richting de progressieve lijn van D66 bewogen. Volgens peiler Maurice de Hond zijn veel voormalige rechtse CDA-stemmers inmiddels overgestapt naar partijen als PVV, BBB en JA21. Daarmee leunen het CDA en D66 al naar links en is de VVD de enige centrumrechtse partij in het 'brede middenkabinet' dat Jetten voorstelt.
GroenLinks-PvdA trekt het geheel verder naar links
De fusie van GroenLinks en PvdA heeft bovendien een duidelijke ruk naar links opgeleverd. Waar de PvdA ooit bekendstond als de centrumlinkse bestuurspartij, is GroenLinks-PvdA verder naar links opgeschoten en vooral gericht op klimaatdoelen, hogere belastingen en Europese samenwerking. Daarmee is GroenLinks-PvdA, in lijn met de stemwijzer, moeilijk een centrumlinkse partij te noemen.
Voorbeelden van links beleid van GroenLinks-PvdA uit het verkiezingsprogramma zijn onder andere een fonds voor nazaten van tot slaaf gemaakten, verplicht diversiteitsbeleid in de top van het bedrijfsleven en 'ambitieus' klimaatbeleid: Nederland moet volgens GroenLinks-PvdA in 2040 'klimaatneutraal' zijn. Het CDA steunt dit maar wil 'pas' klimaatneutraal zijn naar eigen zeggen in 2050.
Ook de VVD is in de praktijk afgelopen jaren naar het midden opgeschoven. Onder leiding van Mark Rutte heeft de partij verschillende linkse maatregelen gesteund, zoals klimaatdoelen van Parijs, genderwetgeving, massamigratie en stikstofreductie. Onder Dilan Yeşilgöz vaart de VVD naar eigen zeggen weer een centrumrechtse koers, maar beleidsmatig moet dat nog uitgewezen worden.
Concluderend, als de vier partijen samen regeren, ligt de nadruk dus eerder op links dan op rechts beleid. Het etiket ‘breed middenkabinet’ lijkt daardoor misleidend. In de praktijk zou het vooral een links kabinet zijn, met hooguit enkele remming van wat meer centrumideeën.



















































