“Verminderde eetlust, lagere melkproductie en meer restvoer,” somt LVK op in een persbericht. Die verschijnselen zouden wijzen op een tijdelijk onevenwicht in de pens, veroorzaakt door een te snelle start of een ongelijke verdeling van het middel in het voer.

Evenwicht in de pens verstoord
Bovaer werkt door micro-organismen in de pens te beïnvloeden die methaan produceren. Onder normale omstandigheden verlaagt het middel de methaanuitstoot met zo’n 27 procent. Maar volgens Deense dierenartsen kan een te abrupte invoering juist averechts werken.

Wanneer de balans in de pens plotseling verandert, kan dat leiden tot chemische verschuivingen en ophoping van nitriet. In ernstige gevallen volgen pensvergiftiging, diarree of stofwisselingsproblemen. LVK benadrukt dat dit niet de bedoeling van het product is, maar dat zulke reacties wel kunnen optreden bij “gestresste voederomstandigheden.”

Vooral hoogproductieve koeien blijken kwetsbaar. Ook bedrijven waar tegelijk andere voerwijzigingen plaatsvinden – bijvoorbeeld extra maïs of bieten – zien vaker klachten.

“Geleidelijk invoeren en goed mengen”
De dierenartsen adviseren om het middel stap voor stap toe te voegen aan het rantsoen. Een gelijkmatige menging is cruciaal, waarschuwen zij. Topdressing – het los over het voer strooien – vergroot juist de kans dat sommige dieren te veel binnenkrijgen.

Bij problemen is het volgens LVK verstandig om het gebruik tijdelijk te stoppen. Boeren wordt aangeraden om samen met hun dierenarts en voeradviseur te kijken naar de mengkwaliteit en mogelijke toxines in het voer. “Voeranalyses kunnen helpen om de oorzaak vast te stellen,” aldus LVK.

 De bevindingen zijn inmiddels gedeeld met SEGES, de Deense kennisorganisatie voor de landbouw. Er komt een enquête onder veehouders om beter in kaart te brengen hoe vaak de klachten voorkomen. Op basis daarvan moeten nieuwe richtlijnen volgen voor een veilige invoering van Bovaer.

Klimaatdoelen en maatwerk
Het gebruik van Bovaer is in Denemarken onderdeel van het nationale klimaatprogramma. Grote melkveebedrijven moeten het middel minimaal tachtig dagen per jaar voeren, of het vetgehalte in hun voer verhogen. Bovaer is het eerste methaanremmende additief dat in de Europese Unie officieel is goedgekeurd.

Hoewel LVK het doel van methaanreductie steunt, waarschuwt de organisatie voor te veel rigiditeit. “In situaties waarin koeien duidelijk negatief reageren op Bovaer, moet het mogelijk zijn om tijdelijk af te wijken van de standaarddosering,” zegt een woordvoerder. “De gezondheid van het dier moet altijd voorop staan.”