Advocaat overheid: wolf afschieten na vee-aanval mag niet
In een rechtszaak die donderdag diende, heeft de advocaat van het ministerie van Justitie benadrukt dat een wolvenaanval op vee geen reden is om een jager toestemming te geven om op het dier te schieten. De zaak werd aangespannen door een Friese jager die wapenverlof wil krijgen om een wolf af te schieten bij een eventuele aanval op schapen in de Friese gemeente Opsterland.
De advocaat van de minister stelde tijdens de zitting dat de wolf een beschermd dier is en dat het aanvallen van schapen niet voldoende is om een wapenverlof te rechtvaardigen. “Wapenverloven voor zelfverdediging worden alleen in zeer uitzonderlijke gevallen verleend,” verklaarde de advocaat. Volgens hem is een aanval door een wolf geen uitzonderlijk geval en moet eerst worden ingezet op preventieve maatregelen, zoals het plaatsen van wolfwerende rasters of het inzetten van kuddehonden.
De jager, bijgestaan door zijn advocaat Piet Stehouwer, argumenteerde dat het wapenverlof wel verleend moet worden omdat “het ene dier niet meer waard is dan het andere”. Hij wees erop dat wolven regelmatig over rasters heen springen, zelfs als deze aan alle voorwaarden voldoen. Stehouwer benadrukte dat er voldoende videobewijs is van wolven die dergelijke barrières overwinnen.
De aanvraag voor het wapenverlof werd eerder al afgewezen door de korpschef van de politie in Friesland en de minister van Justitie en Veiligheid. De minister vindt het verlenen van een wapenverlof in dit geval buitenproportioneel, zelfs als de rasters rondom de kudde schapen effectief blijken te zijn.