Slavernijsubsidies onder de loep: wie profiteert er écht van?

Als vaste prik verdiept Eric Ypma zich in de overheidsfinanciën. Hij doorploegt rijksbegrotingen en halfjaarlijkse nota's met maar één vraag: wat gebeurt er met ons belastinggeld? Ditmaal laat hij zijn licht schijnen op de slavernijsubsidies inclusief de geldstromen aan Suriname en Caribisch Nederland. 'Schoof gaat gewoon door met geld strooien van miljoenen euro’s voor woke-activiteiten en anti-koloniale geschiedenis.'
In de begroting van Binnenlandse Zaken wordt gesproken van beschikbare subsidies van 200 miljoen voor Caribisch Nederland, Suriname en Europees Nederland. De bestemming is voor “kennis, bewustwording, erkenning en herdenken, de doorwerking en verwerking van het trans-Atlantische slavernijverleden en maatschappelijk initiatieven.” De bedoeling is uiteindelijk dat het geld ‘laagdrempelig en breed toegankelijk’ wordt ingezet. Maar met wie de overheid deze verdeling heeft afgesproken blijft vaag voor de buitenwereld. Net als hoe en waar het geld terechtkomt. De commissies van de Surinaamse gemeenschap in Nederland zijn in Paramaribo amper bekend onder de inwoners. Het risico bestaat dat veel minderheidsgroeperingen (en dat zijn er veel in Suriname) niet gehoord worden en de buit verdeeld wordt onder besloten activistische clubjes.