Agema stelde dat, wanneer een NAVO-lidstaat aangevallen wordt, Nederland verplicht is om ondersteuning te bieden. Sinds haar aantreden werkt ze aan een inventarisatie van wat Nederland nodig heeft om aan deze verplichtingen te voldoen. “Ik ben bezig in kaart te brengen wat wij nodig hebben, wat we al hebben, wat het programma Pandemische paraatheid daaraan toevoegt en wat wij nog meer nodig hebben", aldus de minister.

Deze inventarisatie wordt uitgevoerd onder leiding van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), de organisatie die belast is met de coördinatie van nationale veiligheidsvraagstukken. Minister Agema gaf toe dat de opdrachten waar ze nu uitvoering aan moet geven, niet geheel stroken met de visie die ze eerder in de Kamer verdedigde. “Ik tekende voor het uitvoeren van de opdrachten die in mijn post staan, ook al zijn die niet conform wat ik altijd vanaf die kant [de Kamer, red.] heb gezegd", zei Agema. Ze benadrukte de noodzakelijkheid van deze maatregelen ondanks haar persoonlijke aarzeling, en gaf aan dat de veiligheid van Nederland en haar bondgenoten op het spel staat.

Haar opmerkingen over de invloed van de NAVO op het Nederlands gezondheidsbeleid roepen vragen op, onder meer bij FVD-Kamerlid Pepijn van Houwelingen.

Tijdens het debat donderdag, over de VWS begroting verwees de minister van zorg, zo blijkt uit het verslag https://t.co/YA5h0JAcZH zes keer naar “NAVO-verplichtingen”.

Nog een keer, onze minister van zorg (!) liet zes keer weten zich aan “NAVO-verplichtingen” te moeten houden. pic.twitter.com/XGMpeZM0Ln

— Pepijn van Houwelingen (@PvanHouwelingen) October 27, 2024