SGP-Kamerlid Diederik van Dijk heeft scherpe vragen gesteld aan minister Van Weel van Justitie en Veiligheid en minister Uitermark van Binnenlandse Zaken. Hij uit zijn zorgen over de gevolgen van deze wijziging voor de geloofwaardigheid van de eed. Volgens hem kan de flexibiliteit van de eedsaflegging de traditionele waarde ervan ondermijnen. Van Dijk stelt dat dergelijke veranderingen van principieel belang zijn en vooraf aan de Tweede Kamer hadden moeten worden voorgelegd.

De SGP vraagt zich af waarom de politie, in tegenstelling tot andere overheidsorganisaties, voor een afwijkende aanpak kiest. Van Dijk wijst erop dat de minister van Binnenlandse Zaken eerder aangaf dat er geen wijzigingen zouden komen op het gebied van religieuze eedsformules. Volgens hem is het discutabel dat de politie nu toch een andere koers vaart.

Een ander punt van zorg is de open formulering van de nieuwe ambtseed. Agenten kunnen zelf bepalen op welke godheid ze hun eed zweren. Van Dijk vreest dat dit kan leiden tot willekeurige interpretaties en mogelijk zelfs tot bizarre situaties. Hij verwijst naar eerdere rechtszaken waarin controversiële geloofsovertuigingen, zoals het pastafarisme, aan bod kwamen. Volgens hem is het noodzakelijk om duidelijke kaders te stellen om te voorkomen dat de eed aan geloofwaardigheid verliest.