Huilende Hugo is niet zielig – want wat je zaait, dat zal je oogsten

Politici krijgen steeds vaker te maken met bedreigingen. Dat is een gevaar voor de democratie, want als het ambt van volksvertegenwoordiger gevaarlijk wordt, zullen steeds minder mensen de stem van het volk willen vertolken. Of zijn deze politici zélf het echte gevaar? En moeten we dan medelijden met ze hebben als de democratie terugslaat?
In een interview met RTL Nieuws vertelde voormalig Minister van VWS, Hugo de Jonge, afgelopen week dat hij ‘in een hel’ had geleefd tijdens de coronaperiode. Hij werd namelijk regelmatig bedreigd. Dat was ‘heel heftig’, memoreerde hij en ging van ‘woedende menigtes’ voor zijn huis, tot poederbrieven die door de brievenbus vielen en een puppy die onder toeziend oog van vier beveiligers zijn behoefte moest doen. De teneur was duidelijk: arme Hugo. Wat zielig dat hij zo onheus bejegend werd. Wat was de coronatijd vooral moeilijk voor hém geweest. Dat is steevast de rolverdeling in het scenario van vermeend belaagde politici: zij zijn het slachtoffer en het ontevreden volk is de dader. Ondankbaar neemt dat de hooivorken en de fakkels op en marcheert naar de kapitale bewindswoningen, alwaar de kindertjes van de regenten ‘trillend’ achter de bank verscholen zitten.