Duitse politieke strijd over AfD-ban laait opnieuw op

De roep om een verbod op de rechts-populistische partij Alternative für Deutschland (AfD) krijgt opnieuw steun vanuit de Duitse regering. De federale justitieminister Stefanie Hubig (SPD) liet in een interview met de Rheinische Post weten dat een partijverbod volgens haar “niet om politieke redenen alleen moet worden afgewezen”. Daarmee blijft het verbod als politiek wapen op tafel liggen, ondanks grote juridische en democratische risico’s.
De SPD-minister veegt zorgen van tafel dat een verbodsprocedure de AfD juist in een slachtofferrol kan duwen. “Dan moeten we niet aarzelen,” zegt Hubig. Volgens haar is de Grondwet de leidraad: als bewezen kan worden dat de AfD systematisch de vrije democratische orde ondermijnt, moet de overheid ingrijpen. De vraag is echter of zo’n bewijs juridisch standhoudt. Eerdere pogingen tot partijverboden in Duitsland – zoals tegen extreemlinkse of -rechtse groeperingen – strandden op hoge juridische drempels.
Een partijverbod op de AfD kan alleen via een lange en complexe route worden afgedwongen. Eerst moet het Duitse parlement, de Bundestag, instemmen. Daarna moet ook de Bondsraad, waarin de zestien deelstaten zijn vertegenwoordigd, akkoord gaan. Uiteindelijk beslist het Constitutioneel Hof in Karlsruhe. Juist dat hof staat bekend om zijn strenge toetsing aan de Duitse Grondwet, waarbij politieke motieven geen doorslag mogen geven.
Bondskanselier Friedrich Merz (CDU) heeft zich scherp uitgesproken tegen het verbod. Hij noemt het plan “een poging tot politieke concurrentie-eliminatie” en wijst op de bewijslast die volledig bij de staat ligt. “Dat is een klassieke taak van de uitvoerende macht,” aldus Merz. Hij liet weten zich altijd te hebben verzet tegen een verbodsprocedure vanuit het parlement zelf.