Duizenden Nederlanders wonen 'illegaal' in vakantiepark wegens woningnood

Door de aanhoudende woningnood wonen steeds meer mensen noodgedwongen in recreatiewoningen. Volgens nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) staan inmiddels bijna 60.000 Nederlanders ingeschreven op een adres in een vakantiepark. Dat zijn er iets meer dan begin 2024. En dat is nog maar het topje van de ijsberg.
Officieel is het verboden om permanent te wonen in een recreatiewoning. Toch gebeurt het steeds vaker. Mensen die geen reguliere woning kunnen vinden, trekken in vakantiehuisjes en blijven daar – soms jarenlang – wonen. Een onbekend aantal bewoners staat niet eens ingeschreven, uit angst voor boetes of uitzetting.
“Het is belachelijk dat we hier niet mogen wonen, want in de omgeving is juist een huizentekort”, zegt Madelon Smith, die samen met haar man een vakantiehuis bezit in Oost-Nederland, tegen NOS. Een normaal huis kopen lukt niet meer. De nood is zo hoog dat ze nu een groot deel van de week bij familie logeren, tweehonderd kilometer verderop.
Handhaving of oogje dicht?
Sommige gemeenten kiezen ervoor om niet op te treden. En dat is precies wat demissionair minister Mona Keijzer (Wonen) graag ziet. Eind vorig jaar vroeg ze gemeenten om soepeler om te gaan met handhaving. Maar veel gemeenten willen daar niet aan. Zij blijven controleren, tot frustratie van bewoners zoals Smith.
“Ze checken bijvoorbeeld of ze auto’s zien staan”, vertelt ze over de dagelijkse controles door handhavers, bij NOS. “Toen kregen we opeens te horen dat we binnen zes weken het vakantiehuis uit moesten, anders zouden enorme boetes volgen.”
Keijzer wil tijdelijke legalisatie
Minister Keijzer wil nu een stap verder gaan. Ze stelt voor om het permanente verblijf op vakantieparken tijdelijk – voor tien jaar – te legaliseren. Een noodoplossing, zegt ze, zolang de woningmarkt muurvast zit.
De regeling zou alleen gelden voor mensen die kunnen aantonen dat ze op 16 mei 2024 al in hun vakantiehuis woonden. Maar die plannen vallen lang niet overal goed.
Gemeenten en provincies verzetten zich
Veel gemeenten willen zelf kunnen bepalen wat wel en niet mag binnen hun grenzen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) toont zich kritisch bij NOS: “Het plan legt een fors beslag op de ambtelijke en bestuurlijke capaciteit van de (meestal kleinere) gemeenten. Capaciteit die we beter kunnen inzetten voor andere prioriteiten zoals woningbouw.”
Ook wijst de VNG op praktische bezwaren: vakantieparken liggen vaak afgelegen, ver van scholen, zorg en openbaar vervoer. Hulpdiensten kunnen de locaties soms lastig bereiken.
De provincie Overijssel en meerdere Overijsselse gemeenten maken eveneens bezwaar. Ze willen voorkomen dat recreatieve functies verdwijnen. “Vakantieparken doen veel voor het behoud van voorzieningen op het platteland”, zegt gedeputeerde Liesbeth Grijsen tegen RTV Oost. “Ze zorgen voor enorm veel werkgelegenheid.”
Volgens wethouder Ewoud ’t Jong uit Putten botst wonen met recreëren. “Mensen die daar wonen, gedragen zich anders en maken minder gebruik van de voorzieningen,” vertelt hij aan Omroep Gelderland.
Hoop op rust
Voor bewoners zoals Madelon Smith is de situatie onzeker en vermoeiend. Ze hopen dat het wetsvoorstel van Keijzer snel wordt aangenomen. “Dan kunnen we er weer fulltime wonen en eindelijk weer rustig slapen.”
De vraag is of die rust er komt. Want zolang gemeenten blijven handhaven en provincies dwarsliggen, blijft het wonen in een vakantiehuisje een juridisch mijnenveld – en voor velen de enige uitweg.