Prinsjesdag 2025: weinig grote hervormingen blijven uit
Op Prinsjesdag heeft het demissionaire kabinet de begroting voor 2026 gepresenteerd. Het kabinet spreekt van een ‘beleidsarme’ miljoenennota, met nauwelijks nieuwe plannen - dit ook omdat het kabinet niet missionair is. Grote hervormingen blijven uit. Toch zijn er enkele kleine verschuivingen in koopkracht, zorgkosten en energieprijzen.
Het kabinet wil laten zien dat iedereen erop vooruitgaat. De koopkracht stijgt gemiddeld met 1,3 procent. Dat komt vooral door hogere lonen en een iets lagere inflatie. Ook de arbeidskorting gaat iets omhoog, wat werkenden een voordeel van 25 tot 50 euro per jaar oplevert.
Tegenover deze meevaller staat een lichte verhoging van het belastingtarief in de eerste schijf. Daardoor gaan álle Nederlanders, ook niet-werkenden, iets meer inkomstenbelasting betalen.
Vooral gepensioneerden (+1,5 procent) profiteren. Mensen met een inkomen van drie keer modaal of meer gaan er gemiddeld 1,3 procent op vooruit. De laagste inkomens en uitkeringsgerechtigden krijgen er respectievelijk 1,2 en 1,3 procent bij.
De inflatie wordt geraamd op 2,3 procent, wat lager is dan de afgelopen jaren, maar nog altijd fors vergeleken met andere landen in de eurozone. De maandelijkse premie voor de zorgverzekering stijgt met twee euro naar gemiddeld 159 euro. Dat is minder dan de stijging van vorig jaar.
De stijging blijft beperkt dankzij een overschot in het Zorgverzekeringsfonds. Zonder dat overschot zou de premie sterker zijn gestegen.
Het eigen risico blijft 385 euro, en ook de zorgtoeslag blijft vrijwel gelijk. Let wel: de exacte premies worden nog vastgesteld door de zorgverzekeraars zelf en kunnen dus hoger of lager uitvallen.
De accijnskorting op benzine en diesel blijft ook in 2026 gelden. Dit kost het kabinet 1,6 miljard euro. Om dat te compenseren, wordt er op andere posten bezuinigd. Eén van de grootste slachtoffers is de landbouwsector: de herinvoering van rode diesel gaat definitief niet door. Voor boeren betekent dit opnieuw een kostenstijging, bovenop eerdere lastenverzwaringen.
Een tegenvaller die níet in de troonrede stond, maar wel vandaag bekend werd: de netwerkkosten voor gas en elektriciteit stijgen met gemiddeld 25 euro per huishouden.
Dat komt doordat het energienetwerk verzwaard moet worden om de energietransitie mogelijk te maken. De Autoriteit Consument & Markt waarschuwt dat deze kosten de komende jaren verder zullen oplopen.
