Rapport onthult: EU gebruikt 250 miljoen voor 'academische propaganda'

Een nieuw rapport van de denktank MCC Brussels legt een groot schandaal bloot rond het Jean Monnet-programma van de Europese Unie. Dit programma maakt deel uit van Erasmus+ en wordt officieel gepresenteerd als een academisch initiatief. In werkelijkheid, zo stelt het rapport, gaat het om een wereldwijd propagandanetwerk dat pro-EU verhalen verspreidt, kritiek onderdrukt en het publieke debat manipuleert.
Het rapport stelt dat het programma elk jaar zo’n 25 miljoen euro aan belastinggeld inzet. Universiteiten en onderzoeksinstellingen worden volgens de auteurs veranderd in ‘voertuigen van institutionele propaganda’.
Frank Furedi, directeur van MCC Brussels, reageert scherp: ‘De uitgebreide analyse, die zwaar leunt op de eigen doelstellingen en programmateksten van de EU, weerlegt direct het verhaal dat dit slechts een onschuldige poging is om de EU te bestuderen, academische excellentie te bevorderen of Europese solidariteit te stimuleren. Verre van neutrale wetenschap zijn de activiteiten expliciet politieke projecten.’
Bereik en invloed
Het programma bereikt jaarlijks ongeveer 500.000 studenten in meer dan zeventig landen. De bedoeling is niet open onderzoek, maar het aanpassen van lesprogramma’s aan EU-prioriteiten.
Een voormalig Jean Monnet-hoogleraar, Joseph H. H. Weiler, zei het openlijk: ‘Een deel van onze missie als Jean Monnet Professor is om de waarden van Europese integratie te verspreiden. De Europese Commissie beschouwt ons openlijk als intellectuele ambassadeurs van de Unie en haar waarden.’
Actief tegen kritiek
Gefinancierde projecten hebben een uitgesproken doel. Ze willen volgens het rapport ‘EU-integratie bevorderen’, ‘Europese identiteit versterken’, ‘EU-waarden handhaven’ en ‘de opkomst van euroscepsis en populistische, extreemrechtse partijen bestrijden’. Ook is er nadruk op het ‘tegengaan van anti-EU desinformatie en propaganda’.
Volgens het rapport verandert dit docenten in activisten. Zij moeten optreden als ‘voorlichters’, publieke evenementen organiseren, samenwerken met media en NGO’s, en zo EU-verhalen verder verspreiden.
Bedreiging voor academische vrijheid
De onderzoekers waarschuwen dat het financieringsmodel kritische perspectieven ontmoedigt. Het leidt tot ‘onderzoek met vooraf vastgestelde politieke uitkomsten’ en ondermijnt de autonomie van universiteiten. Studenten worden zo, in de woorden van het rapport, ‘gevormd tot rechtdenkende burgers’.
Thomas Fazi, auteur van het rapport, stelt: ‘Het Jean Monnet-programma is expliciet gestructureerd als een academisch instrument om de beleidsvoorkeuren van de EU te projecteren en te promoten. Dit is geen onderwijs; het is indoctrinatie.’
Professoren als propagandisten
Voorbeelden laten zien hoe Jean Monnet-professoren hun positie inzetten om EU-standpunten actief te promoten. Zo gebruikt Alberto Alemanno (HEC Paris Business School) zijn brede publieke platform om een voortdurende campagne te voeren voor radicale EU-supranationaliteit. Hij moedigt politici aan om ‘voorbij de natiestaat’ te gaan.
Een ander voorbeeld is R. Daniel Kelemen, voormalig Jean Monnet-hoogleraar in EU-politiek aan Rutgers University, nu werkzaam aan Georgetown. Hij schreef vaak dat de EU ‘agressiever moet reageren op de opkomst van autocratische regeringen in lidstaten’ zoals Hongarije. Ook prees hij ‘de status van de EU als regelgevende supermacht’.
Daarnaast worden in het rapport projecten genoemd die openlijk het doel hebben om ‘de aanwezigheid van extreem eurosceptische framing van EU-activiteiten in de meeste media te bestrijden’ en om ‘met wetgeving een rem te zetten op illiberale tendensen in Europa’. Zulke voorbeelden tonen hoe academische functies direct in dienst staan van politieke campagnes.
Oproep tot ingrijpen
Het rapport adviseert om onmiddellijk te stoppen met politiek gedreven financiering. Universiteiten moeten onafhankelijk blijven en het zogeheten Humboldt-model van academische vrijheid herstellen. Dit model, genoemd naar de Duitse hervormer Wilhelm von Humboldt, gaat uit van de volledige scheiding tussen wetenschap en politiek. Onderwijs en onderzoek moeten vrij zijn van inmenging door de staat of andere belanghebbenden. Studenten en docenten behoren samen te zoeken naar waarheid, zonder dat resultaten vooraf worden gestuurd door ideologische of politieke doelen.
De conclusie is hard: Europese belastingbetalers financieren geen neutraal onderwijs, maar een 'heimelijke propagandacampagne van miljoenen euro's voor Brussel', aldus het rapport. Het rapport stelt dat dit niet slechts een kwestie is van geldverspilling, maar een directe bedreiging vormt voor academische vrijheid en democratisch debat. Door onderwijsinstellingen in te zetten als verlengstuk van politieke macht, wordt de volgende generatie Europeanen blootgesteld aan eenzijdige verhalen die kritisch denken ontmoedigen. Daarmee is de inzet hoger dan alleen een misbruik van publieke middelen: het gaat om de toekomst van onafhankelijke wetenschap en vrije meningsvorming in Europa.
Praatmee