Demissionair premier Schoof noemt het wetsvoorstel evenwichtig. Volgens hem krijgen alle woningzoekenden dezelfde rechten en kansen. Statushouders houden wel de mogelijkheid voorrang te krijgen als zij, net als andere Nederlanders, een urgentieverklaring hebben. Dat kan bijvoorbeeld door ziekte of een scheiding.

Minister van Volkshuisvesting Mona Keijzer (BBB) benadrukt dat de huidige regeling niet eerlijk is tegenover Nederlanders die jarenlang op een wachtlijst staan. “Statushouders krijgen nu vaak al binnen 14 weken een woning toegewezen, terwijl Nederlanders soms al negen of tien jaar op de wachtlijst staan. Dat is niet uit te leggen aan mensen die al zo lang wachten.”

De Raad van State adviseerde eerder om de voorrangsregeling te behouden. Volgens de raad hebben statushouders een ongunstige positie op de woningmarkt en is voorrang nodig om ze op gelijke hoogte met andere woningzoekenden te brengen. “We behandelen iedereen gelijk door de voorrang te verbieden. Door het woningtekort is het voor iedereen moeilijk om een huis te vinden. Net als starters, hebben ook statushouders de mogelijkheid tijdelijk bij familie te wonen of een woning te delen.”