Jonge boeren luiden noodklok: grond te duur, beleid te grillig

De jonge generatie boeren in Nederland twijfelt over haar toekomst. De grond is te duur, het beleid te grillig en de banken te voorzichtig. Hun boodschap is helder: zonder betaalbare grond en stabiel beleid dreigt de toekomst van het Nederlandse platteland weg te glippen. Dat blijkt uit onderzoek 'Grond als sleutel voor de toekomst' van burgercoöperatie Land van Ons, gepubliceerd door Melkvee.
De cijfers laten weinig ruimte voor optimisme. Driekwart van de jonge boeren heeft moeite om aan voldoende en betaalbare landbouwgrond te komen. Eén op de tien denkt zelfs aan emigratie. De grondprijzen stijgen, terwijl opbrengsten stagneren. “Langdurige duidelijkheid en redelijke grondprijzen,” schrijft een deelnemer. Een ander vat het kort samen: “De kosten zijn enorm gestegen.”
Het onderzoek, uitgevoerd onder 289 boeren onder de veertig, toont een generatie die klem zit tussen hoge lasten en onzekere toekomst. Van hen zijn 69 boeren biologisch. Ruim de helft weet nog wat extra grond te kopen of te pachten, maar 21 procent vangt bot. Nog eens 10 procent haakt af omdat de prijzen simpelweg niet te betalen zijn.
De oorzaken zijn bekend, maar blijven hardnekkig: torenhoge grondprijzen, terughoudende banken en een schaars aanbod. Als er al grond vrijkomt, wordt die vaak opgekocht door grotere bedrijven, investeerders of projectontwikkelaars. Ook overheden dragen bij aan de druk, zegt Land van Ons. Provincies verkopen soms boven de marktprijs of geven bepaalde groepen voorrang.
Biologische boeren zien kansen in grondbank
Tussen de zorgen klinkt ook voorzichtig optimisme. Vooral biologische boeren zijn positiever over oplossingen die de grondtoegang kunnen verbeteren. Ze wijzen vaker op financiering en afzetprijzen als hun grootste probleem, minder op milieuregels of overheidsbeleid.
Meer dan de helft van de jonge boeren ziet grondruil als nuttig middel om lokaal beter te verdelen. Ongeveer evenveel steunen het idee van een grondbank die landbouwgrond tijdelijk beheert en verhuurt aan jonge of biologische boeren. Biologische ondernemers zijn hier zelfs nog enthousiaster over.
Het plan van Tweede Kamerlid Holman om landbouwgrond te verdelen in zones – met aparte gebieden voor voedselproductie en maatschappelijke landbouw – valt minder goed bij gangbare boeren. Zij vrezen verdere inperking van hun vrijheid. Biologische boeren reageren iets positiever, al blijft ook daar de steun beperkt.
Omschakeling blijft een brug te ver
De overstap van gangbare naar biologische landbouw blijft moeilijk. Slechts 4 procent van de ondervraagde boeren overweegt de stap serieus. Meer dan de helft ziet het helemaal niet zitten. Voor één op de vijf hangt het af van de omstandigheden, zoals beleid of marktprijzen.
De grootste drempels zijn duidelijk: hoge grondprijzen (60 procent), de verplichte overgangsperiode (33 procent) en onzekerheid over beleid en afzet. Veel boeren vinden dat ze te weinig zekerheid krijgen om zo’n ingrijpende stap te zetten.
Biologisch niet dé toekomst, maar wel een deel ervan
Het beeld van biologische landbouw onder jonge boeren is verdeeld. Ongeveer een derde spreekt er positief over en zegt respect te hebben voor collega’s die die weg kiezen. De grootste groep – ongeveer 40 procent – is neutraal of praktisch: biologisch mag er zijn, maar wordt vooral gezien als een niche. Ongeveer 22 procent is sceptisch en noemt het financieel riskant en inefficiënt. Een kleine minderheid (6 procent) wijst het volledig af.
Volgens Land van Ons betekent dit niet dat biologische landbouw geen rol heeft. “Biologisch wordt niet gezien als dé oplossing, maar als een onderdeel van een gemengd landbouwlandschap,” aldus het rapport.