WHO-top onthult: “Term ‘hongersnood’ in Gaza bewust gebruikt om Israël onder druk te zetten”

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wist al kort na de Hamas-aanval van 7 oktober 2023 dat internationale instellingen de term hongersnood strategisch gebruikten om politieke druk op Israël uit te oefenen. Dat zegt dr. Michel Thieren, vertegenwoordiger van de WHO in Israël, in een opmerkelijke verklaring.
Thieren vertelt in de podcast Mosaïque, waarover The Jerusalem Post bericht, dat hij in december 2023 aanwezig was bij een multilaterale bijeenkomst in Genève over Gaza. Tijdens dat overleg, zegt hij, werd openlijk besproken hoe de term hongersnood kon worden ingezet als communicatiemiddel. “Helemaal aan het einde van de bijeenkomst – ik zal niet precies zeggen waar, en het was niet per se bij de WHO, maak je geen zorgen – was er een groep experts die de vraag nogal nadrukkelijk stelde. Ik was erbij en ik was compleet geschokt. Wat ze in feite zeiden, was dat je een term moest vinden waarmee je druk kon uitoefenen. Dus ja, ik was daar erg geschokt door.”
Beschuldigingen lagen al klaar
Volgens Thieren stond de schuldvraag al vast, nog voordat er onderzoek was gedaan. “Wat mij het meest schokte, was dat de daders en slachtoffers al vanaf het begin, vanaf 8 oktober, werden geïdentificeerd.”
Hij vertelt dat termen als genocide en hongersnood al “vanaf het allereerste moment” werden gebruikt. “Dus toen deze mensen zeiden dat het nodig zou zijn om hongersnood aan te tonen, was de schuld al bij [Israël] gelegd. Als we het over genocide hebben, heeft de WHO zich daar nooit mee beziggehouden, anderen wel – maar al heel vroeg spraken deze mensen deze twee termen uit. De misdaden waren dus al vooraf vastgesteld en vervolgens probeerden de organisaties ze aan te tonen. En voor mij is dat helemaal niet normaal.”
Volgens Thieren verspreidde het gebruik van zulke termen zich razendsnel “in de afgrondelijke leegte van de sociale media”, met blijvende schade tot gevolg.
“Hoe langer het rapport, hoe twijfelachtiger het bewijs”
Thieren uit in de podcast ook zijn twijfel over de vele rapporten die Israël van genocide beschuldigen. “Er zijn geen 72 pagina’s met rechtvaardiging,” zegt hij.
Hij vergelijkt de overdaad aan documentatie met de geneeskunde. “In de geneeskunde, wanneer we de behandeling van een ziekte bestuderen, en de behandeling wordt beschreven in tien pagina’s, betekent dit dat er geen behandeling is. Een behandeling bestaat uit drie regels: je neemt dit, het werkt en het doodt de ziekte. Dus hoe groter de meldingen, hoe verdachter ze zijn.”
Ter vergelijking verwijst hij naar de genocide in Rwanda. “Daar was de genocide overduidelijk. Ik las een rapport van 24 pagina’s van een onafhankelijke commissie, met één paragraaf over de rechtvaardiging van de genocide. Dat was genoeg.”
‘Een zeker plezier in de berichtgeving’
Wat Thieren vooral zorgen baart, is de toon van de internationale berichtgeving. “Het probleem met het narratief rondom Israël is niet alleen dat het bevooroordeeld is, maar dat er vaak ook sprake is van een soort genot,” zegt hij.
“Er is een soort… we beschrijven, we kondigen aan, we vertellen het verhaal van deze oorlog met een zeker plezier. En dat is voor mij waar al deze verhalen – waar ze ook vandaan komen – gekleurd worden door antisemitisme.”
Getuige van bloedbaden
Thieren was op 7 oktober 2023 in Europa, maar vloog onmiddellijk naar Israël toen hij hoorde wat er was gebeurd. Kort daarna bezocht hij de getroffen kibboetsen Be’eri en Nova, waar Hamas honderden burgers vermoordde.
“Voor de derde keer in mijn leven zag ik hoe een uitgemoord land eruitziet,” zegt hij. “De andere twee keren waren in Srebrenica in 1995 en Kigali in 1994.”
Hij beschrijft het tafereel met afgrijzen. “Ik zou je kunnen beschrijven wat een massamoordland is, maar het is dat soort landschap – heel stil, galmend, gedempt – zoals ik zeg, bevroren in een soort moorddadig Pompeii. Ik heb altijd het gevoel gehad dat een massamoordland geen oorlogsland is. Ik was in Syrië: daar zie je een oorlogsland. Het is niet hetzelfde. Een massamoordland is een massamoordland. En wat ik in Be’eri en Nova zag, was een gebied van bloedbaden – onmiskenbaar.”
Politiek gebruik van rampentaal
Met zijn uitspraken legt Thieren de vinger op een pijnlijk punt: het gebruik van humanitaire terminologie als politiek wapen. Zijn verklaring wijst erop dat de strijd om woorden – hongersnood, genocide, humanitaire crisis – onderdeel is geworden van een bredere propagandaoorlog rond het conflict.
Hoewel hij voorzichtig blijft over de vraag of er daadwerkelijk sprake is van hongersnood in Gaza, laat Thieren er geen twijfel over bestaan dat taal en framing doelbewust worden ingezet. “De misdaden waren vooraf vastgesteld,” zegt hij. “En voor mij is dat helemaal niet normaal.”






















































