In de rechtbank erkende de man dat hij de bedreigende woorden waarschijnlijk heeft geuit. Hij zei dat de plannen voor het azc hevige emoties opriepen. Volgens hem kwam een oud trauma weer naar boven: twintig jaar geleden werd hij door meerdere mannen mishandeld. "Ze trokken een zak over mijn hoofd en er werd door acht man op me ingetrapt”, vertelde hij geëmotioneerd.

De brief over de komst van het azc bracht die angst terug. Hij belde zijn huisarts voor psychische hulp, maar kwam op een wachtlijst. Volgende week heeft hij naar eigen zeggen zijn eerste gesprek bij een behandelaar.

De directe aanleiding voor de reeks telefoontjes was het weghalen van protestvlaggen. De man dacht dat de gemeente had toegestaan dat vlaggen tegen het azc tijdelijk mochten worden opgehangen. Toen hij hoorde dat medewerkers de vlaggen verwijderden, besloot hij de gemeente te bellen. Tijdens het gesprek bedreigde hij niet alleen de burgemeester, maar ook een boa: "De eerste keer dat ik haar zie, krijgt ze een vuistslag vol in haar gezicht."

De officier van justitie stelde dat de man bewust koos voor bedreigende taal. „Als dat niet de bedoeling was, waarom begint u er dan mee?”, vroeg hij verwijzend naar de transcriptie van het gesprek.

De rechter oordeelde dat zowel de bedreiging van Bolsius als die van de boa bewezen zijn. Hoewel niet is vastgesteld om welke boa het ging, beschreef de man haar duidelijk genoeg. Een contactverbod acht de rechter niet nodig, mede omdat het voorwaardelijke deel van de straf voldoende druk moet geven. Wel adviseerde de rechter de man om zijn excuses aan te bieden aan de burgemeester, eventueel via een brief. In een verklaring liet Bolsius weten dat de bedreigingen diepe indruk maakten.