De Jonge erkent betrokkenheid bij mondkapjesdeal Van Lienden: 'Had melding moeten maken'
Minister Hugo de Jonge heeft zojuist per brief laten weten toch wel betrokken te zijn geweest bij de omstreden mondkapjesdeal met Sywert van Lienden. De CDA'er geeft aan dat het beter was geweest als hij dit toentertijd had gemeld.
In een Kamerbrief heeft De Jonge bekend gemaakt wel degelijk contact te hebben gehad met Sywert van Lienden. Vanwege de crisissfeer in Nederland en op aandringen van zijn politiek adviseur had hij contact gezocht met Van Lienden. Van Lienden uitte zich aan het begin van de crisis kritisch op het overheidsbeleid.
'Naar aanleiding van dit bericht heeft de politiek adviseur op mijn verzoek contact opgenomen met dhr. Van Lienden om navraag te doen welke instelling het betrof en wanneer en hoe deze partij zou zijn aangeboden aan de overheid. In reactie daarop volgde een reeks van observaties en kwalificaties ten aanzien van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH), die noopten tot follow-up vanwege de zorg dat er kansen gemist werden op het aankopen van meer persoonlijke beschermingsmiddelen en de zorg dat er een concurrerend initiatief naast het LCH zou gaan ontstaan.'
'Dit is ook uit de bijgevoegde app-wisseling op te maken. Ik heb als toenmalig minister van VWS in samenspraak met de toenmalig minister voor Medische Zorg, de betreffende topambtenaar gevraagd hiermee aan de slag te gaan. De uitkomst van dit contact werd teruggekoppeld aan mij als toenmalig minister van VWS, het vervolg werd opgepakt door de toenmalig minister voor Medische Zorg.', schrijft De Jonge.
In een terugblik op de ontstane ophef erkent De Jonge dat het handiger was geweest als hij hier openlijk melding van had gemaakt toen hem naar zijn banden met Van Lienden werd gevraagd.
'De verwarring die echter nu is ontstaan ten aanzien van mijn betrokkenheid als toenmalig minister van VWS had niettemin voorkomen kunnen worden door in aanvulling op de beantwoording van de vragen van de Kamer door de toenmalig minister voor Medische Zorg tevens melding te maken van bovengenoemde contacten over dhr. Van Lienden. Ik heb daarop onvoldoende toegezien en dat betreur ik. Ook toen ik destijds vragen kreeg van journalisten, was het completer geweest als ik in aanvulling op de antwoorden melding had gemaakt van bovengenoemde contacten.'