Rechter straft laksheid Dienst Toeslagen af met recordbedrag
De rechtbank Amsterdam heeft bepaald dat een gedupeerde van de toeslagenaffaire een schadevergoeding van €518.416 ontvangt. De Dienst Toeslagen moet dit bedrag betalen aan een vader van vier kinderen. De uitspraak volgt na jarenlange procedures waarin beide partijen vastliepen. De rechters besloten zelf in te grijpen en hanteerden daarbij een ruimhartige benadering.
De zaak draait om een vader die in de jaren 2008 tot 2010 kinderopvangtoeslag ontving voor zijn jongste zoon. In 2010 oordeelde de Belastingdienst dat hij geen recht had op deze toeslag. De man moest ruim €46.500 terugbetalen. Pas in 2019 erkende de Belastingdienst dat er sprake was van ‘institutionele vooringenomenheid’ en ontving de vader €86.672 als compensatie.
De vader vond dit bedrag onvoldoende en diende een verzoek in voor een aanvullende vergoeding bij de Commissie Werkelijke Schade (CWS). De commissie adviseerde een extra vergoeding van €155.245, wat werd overgenomen door de Dienst Toeslagen. Toen de vader hiermee niet akkoord ging, stapte hij naar de rechter.
Volgens de rechtbank heeft de toeslagenaffaire ernstige gevolgen gehad voor de vader en zijn gezin. De rechters constateerden dat de Dienst Toeslagen onvoldoende rekening heeft gehouden met de psychische klachten van de vader en zijn jongste zoon. Nadat de vader dakloos werd en zijn huurwoning verloor, belandde zijn zoon noodgedwongen bij zijn moeder, waar hij traumatische ervaringen opdeed. De kosten voor de behandeling van de zoon moeten daarom deels worden vergoed.
De vader werd in 2019 arbeidsongeschikt verklaard vanwege psychische klachten, die volgens de rechtbank volledig voortvloeien uit de terugvorderingen van de toeslagen. De rechtbank oordeelde dat de inkomensschade van ruim drie ton volledig moet worden vergoed, in plaats van de 50% die de Dienst Toeslagen aanvankelijk wilde betalen.
De rechtbank ging niet mee in het betoog van de vader dat hij door de toeslagenaffaire zijn rechtenstudie moest staken en daardoor een veelbelovende carrière als strafrechtadvocaat misliep. Hij claimde hiervoor een schadebedrag van €3 miljoen, maar dit werd door de rechters afgewezen.