Spaans ministerie van Gelijkheid opent aanval op spotterm voor linkse vrouwen

Het Spaanse ministerie van Gelijkheid voert een nieuwe strijd in de digitale arena. De dienst, geleid door minister Ana Redondo, laat een onderzoek uitvoeren naar het gebruik van de term “charo”, een woord dat al jaren circuleert op sociale media en vaak wordt gebruikt om linkse vrouwen te bespotten. Volgens het ministerie gaat het niet om een grap of een internetfenomeen, maar om “symbolisch geweld” dat vrouwen in het publieke debat moet ontmoedigen.
Het onderzoek, gefinancierd door het Vrouweninstituut, draagt de titel Analyse van misogyn taalgebruik op sociale netwerken. Het is het eerste deel van een bredere campagne om “digitale misogynie te identificeren, zichtbaar te maken en te bestrijden”. Het rapport beschrijft hoe de term “charo” rond 2011 op het Spaanse forum Forocoches opkwam.
Daar werd een “charo” omschreven als “een alleenstaande of gescheiden vrouw van boven de 30 of 35, zonder kinderen, verbitterd en alleenwonend”. Later werden er andere kenmerken aan toegevoegd: werkzaam in het onderwijs of de overheid, fan van Carmen Machi of Lucía Etxebarria, en trouwe lezer van El País of luisteraar van Cadena SER. Ook varianten als “charía”, “charocracia” en “charear” deden hun intrede.
‘Mechanisme om vrouwen het zwijgen op te leggen’
Het ministerie ziet in deze termen meer dan spot. Volgens het rapport is het woordgebruik “een mechanisme om een ander het zwijgen op te leggen” dat bedoeld zou zijn om “elke vrouwelijke politieke expressie online te temperen”. Het ministerie stelt dat de term wordt ingezet om een “hegemoniale mannelijkheid te herstellen tegenover feministische discours”, en dat hij voortkomt uit een zelfverklaarde superioriteit die vrouwen in het publieke debat moet ridiculiseren.
Die framing kan volgens het rapport gevolgen hebben voor jongere vrouwen. De onderzoekers schrijven dat deze labels het moeilijker maken om feministisch rolmodellen te herkennen en de indruk wekken dat vrouwen altijd onderwerp van spot zullen blijven zodra ze online meepraten.
Het ministerie overweegt zelfs om influencers te betalen om te helpen bij wat het noemt “de ontpatriarchalisering van sociale netwerken”.
‘Geen humor, maar symbolisch geweld’
In de conclusies is het rapport scherp. Het gebruik van “Charo” valt volgens de onderzoekers niet onder humor of legitieme mening, maar is “symbolisch geweld dat bedoeld is om vrouwen het zwijgen op te leggen”. Om dat te bestrijden, pleit het Instituto de las Mujeres voor meer toezicht op sociale platforms en het stimuleren van “nieuwe mannelijkheden”.
Daarnaast waarschuwt het instituut dat dit rapport slechts het begin is. Er volgen meer onderzoeken naar wat het ministerie de “manosfeer” noemt, een verzameling online ruimtes waar mannen kritiek uiten op feminisme.
Cristina Hernández, directeur van het Vrouweninstituut, kondigde aan dat de dienst documenten wil publiceren “met hoge pedagogische waarde” om uit te leggen hoe groot de digitale dreiging tegen vrouwen volgens haar is. “Gelijkheid moet ook in de digitale ruimte worden verdedigd,” zei ze.





















































