EU past asielrichtlijnen voor Syriërs aan na val Assad-regime

Een jaar na de val van het regime van Bashar al-Assad heeft de Europese Unie haar asielrichtlijnen voor Syriërs ingrijpend vernieuwd. De nieuwe beoordeling van de situatie in Syrië kan grote gevolgen hebben voor zo’n 110.000 lopende asielaanvragen in de EU. Volgens het rapport van de European Union Agency for Asylum (EUAA) is de veiligheidssituatie verbeterd, maar blijft het land instabiel en zijn bepaalde groepen nog steeds kwetsbaar.
De EUAA publiceerde de nieuwe richtlijnen op woensdag. Die moeten lidstaten helpen om asielverzoeken van Syriërs op dezelfde manier te beoordelen. De EUAA schrijft dat de gids “een beoordeling is van de internationale beschermingsbehoeften die voortkomen uit de veranderde situatie in Syrië”. De update is gebaseerd op recente informatie uit het land.
Opvallend is dat een aantal risicoprofielen niet langer automatisch bescherming nodig heeft. Het gaat onder meer om dienstweigeraars, deserteurs en personen die oppositie voerden tegen het voormalige regime. Volgens de EUAA lopen zij “niet langer het risico op vervolging”.
Groepen die nog steeds bescherming kunnen krijgen
Toch blijven verschillende groepen volgens de EUAA kwetsbaar. Zij kunnen in aanmerking komen voor vluchtelingenstatus, afhankelijk van hun persoonlijke omstandigheden. De lijst is breed en bevat onder meer: personen met een diverse seksuele oriëntatie, genderidentiteit of geslachtskenmerken; mensen die verbonden waren met het voormalige Assad-regime; leden van etno-religieuze minderheden zoals Alawieten, christenen, Koerden en Druzen; personen die vrezen voor gedwongen rekrutering door Koerdische strijdgroepen; personen die worden gezien als tegenstanders van de SDF/YPG; journalisten en andere mediaprofessionals; vrouwen, meisjes en kinderen; Palestijnen die niet langer onder UNRWA-bescherming vallen. Palestijnen uit Syrië behouden volgens de EUAA “ipso facto vluchtelingenstatus”.
Volgens de nieuwe richtlijnen komen sommige profielen juist minder snel voor bescherming in aanmerking. Dat geldt bijvoorbeeld voor mensen die alleen asiel aanvragen om dienstplicht te ontlopen, of voor soennitische Arabieren die uitsluitend vanwege hun afkomst bescherming vragen. De EUAA benadrukt dat elke zaak individueel beoordeeld moet worden.
Situatie: “verbeterd maar wankel”
De nieuwe gids noemt de veiligheidssituatie “verbeterd maar instabiel”. In de meeste provincies is het niveau van willekeurig geweld lager dan voorheen. Voor de regio Damascus stelt de EUAA zelfs dat er “geen reëel risico op ernstige schade” bestaat.
Toch blijven andere delen van het land onveilig, onder meer door aanslagen, milities, buitenlandse actoren en criminaliteit. In november vonden bijvoorbeeld nog explosies plaats in de wijk Mezzeh in Damascus.
De economische situatie in Syrië blijft onzeker. Volgens de gids leeft 90 procent van de bevolking in armoede en zijn basisvoorzieningen moeilijk bereikbaar. Ongeveer 16,5 miljoen mensen hebben humanitaire hulp nodig.
Terugkeer: mogelijk, maar vol obstakels
Sinds de val van het Assad-regime is het aantal Syriërs dat in Europa asiel aanvraagt gedaald. In oktober 2024 waren er nog meer dan 16.000 aanvragen; in september 2025 nog 3.500. Maar zo’n 110.000 dossiers zijn nog in behandeling.
Tegelijkertijd keren veel Syriërs terug. De UNHCR schat dat bijna 1 miljoen mensen sinds december 2024 zijn teruggekeerd vanuit Turkije, Libanon en Jordanië. De meeste keren terug naar Damascus, Aleppo, Idlib en Homs.
Toch blijft de terugkeer problematisch. Veel Syriërs hebben geen toegang tot documenten, diensten of werk. Volgens onderzoek heeft 77 procent van de terugkeerders geen inkomen; 74 procent noemt de hoge kosten van levensonderhoud als hindernis. Daarnaast blijven 2,1 miljoen Syriërs intern ontheemd en zijn er nog steeds nieuwe vluchtelingenstromen door geweld en conflicten over eigendom.
Overgangsregering nog instabiel
De EUAA beoordeelt ook de nieuwe overgangsregering die na de val van Assad is gevormd. Die zou wel structuur opbouwen, maar is “geen uniforme actor”.
De autoriteit is versnipperd, lokale machtsposities blijven bestaan en veiligheidsdiensten — die formeel onder de overgangsregering vallen — worden beschuldigd van ernstige mensenrechtenschendingen zoals marteling, willekeurige arrestaties en buitengerechtelijke executies. De meeste slachtoffers zijn Alawieten en personen die gelinkt worden aan IS.





















































