Boer Martien stopt om 10 gram stikstof per jaar: “Is voedsel maken schadelijk?”

Boer Martien van Kempen heeft zijn bedrijf beëindigd vanwege de stikstofnormen die voor zijn locatie gelden. De stallen zijn leeg en de laatste dieren zijn weggegaan. Daarmee komt na veertig jaar een einde aan een agrarisch bedrijf dat een groot aantal huishoudens van voedsel voorzag.
Volgens Van Kempen is de directe aanleiding een berekende stikstofdepositie van 0,017 kilo per hectare per jaar op een nabijgelegen natuurgebied, op twaalf kilometer afstand van zijn erf. Omgerekend gaat het om ongeveer tien gram stikstof per jaar op een oppervlakte ter grootte van één voetbalveld, schrijft hij in een uitgebreid LinkedIn-bericht. Die hoeveelheid staat volgens hem gelijk aan de stikstofuitstoot van één gans in enkele dagen.
Van Kempen schrijft dat zijn bedrijf jarenlang eieren, vlees en plantaardige producten leverde aan circa 100.000 consumenten. Hij wijst erop dat agrarische bedrijven volgens de gebruikte rekenmodellen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van de stikstofuitstoot, maar tegelijkertijd een groot deel van de stikstof opnemen via gewassen. In zijn eigen berekeningen komt hij uit op een opname van ongeveer de helft van de totale neerslag op landbouwgrond.
Daarnaast stelt de boer vragen bij de verhouding tussen productie, uitstoot en beleidsbeslissingen. Hij verwijst naar de afstand tot het natuurgebied en naar het percentage van de totale depositie dat aan zijn bedrijf wordt toegerekend: circa 0,05 procent.
Gevolgen voor regio en sector
In zijn bericht noemt Van Kempen een inschatting voor zijn regio: volgens hem verdwijnen meerdere vergelijkbare bedrijven, wat gevolgen heeft voor lokale banen en belastinginkomsten. Ook wijst hij op het effect op voedselproductie. De landbouwbedrijven in de regio produceren volgens hem structureel meer dan de Nederlandse binnenlandse vraag, maar vullen samen met Duitse afzetmarkten een regionale voedselketen.
Zijn bijdrage aan innovaties blijft onderdeel van zijn terugblik. Van Kempen werkte aan nieuwe stalconcepten, mestverwerking en technische verduurzaming, en won prijzen in innovatieprojecten. Die activiteiten stoppen nu, maar volgens hem bestaan er nog voldoende bedrijven die hierin willen doorgaan.
Reacties uit de agrarische gemeenschap
Onder de verklaring van Van Kempen verschijnen veel reacties van collega’s en sectorbetrokkenen. Zij spreken vooral waardering uit voor zijn werk en benadrukken de druk op agrarische bedrijven door beleid en vergunningprocedures.
John schrijft dat de voedselproductie “onder druk staat” en dat de “psychische belasting groot is”. Koos wijst op “beleid dat volgens hem weinig aansluiting vindt bij de praktijk”. Ger noemt de verklaring “een duidelijke weergave van de gevolgen van eenzijdige beleidskeuzes”.






















































