'Groen' kabinet rijdt zelf amper in elektrische dienstauto's omdat die niet comfortabel zijn

Het kabinet was nog niet eens officieel gevormd, maar meteen gingen de deelnemende partijen al prat op hoe ‘groen’ het nieuwe regeerakkoord en kabinet wel niet is. Er werden grootste investeringen in klimaat en duurzaamheid aangekondigd, net als tal van maatregelen. Dat geldt echter vooral voor de gewone burger, want zelf wil men voorlopig geen duurzame dienstauto’s gebruiken. Die zijn namelijk niet comfortabel genoeg, zo laat men weten.
Dat stelt minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken volgens De Telegraaf. Zij stelt dat pas in 2028 alle dienstauto’s van het kabinet duurzaam moeten zijn. Op dit moment zijn slechts 2 van de in totaal 31 dienstauto’s volledig elektrisch. 20 van de auto’s zijn gedeeltelijk elektrisch maar hebben daarnaast ook benzine nodig. De overige 9 auto’s rijden volledig op benzine. Bruins Slot stelt dat men op dit moment niet verder wil verduurzamen. Ze zegt dat er rekening gehouden moet worden met lopende contracten voor het wagenpark.
De andere reden die ze noemt is echter nog opmerkelijker te noemen. Ze klaagt volgens De Telegraaf namelijk over het comfort van elektrische auto’s: “Het aanbod op de markt van zero-emissie auto’s die aan de gewenste inrichting voldoen (zoals voldoende been- en hoofdruimte en een ergonomisch aan te passen zitplek), is op dit moment nog te beperkt.”
Wanneer het om het eigen comfort gaat, lijken klimaat en duurzaamheid dus plotseling een stuk minder belangrijk voor het kabinet dat wel tal van andere maatregelen voor heel Nederland in het regeerakkoord heeft staan én in totaal bijna 7 miljard euro wil uitgeven om klimaatdoelstellingen te halen. Overigens is de Rijksoverheid wat auto’s betreft sowieso niet al te duurzaam. Het volledige wagenpark van de overheid bestond eind vorig jaar voor slechts 17 procent uit volledig elektrische vervoersmiddelen. In totaal beschikt de overheid over bijna 14.000 voertuigen.