De broers, die al jaren samen op één kamer in het AZC wonen, voeren aan dat de aangeboden woning van 55 vierkante meter niet geschikt is. Eén van hen werkt onregelmatig bij een fastfoodketen, de ander gaat naar school en loopt stage. Dat veroorzaakt spanningen. “We maken elkaar steeds wakker,” zeggen ze in gesprek met Brabants Dagblad. Ook wijzen ze op gebrek aan privacy en de beperkte mogelijkheid om gasten te ontvangen. “Wat als er familie langskomt, of als mijn vriendin op bezoek is?"

Volgens hun advocaat is het COA te strikt in de toepassing van regels. “Ze zijn broers, geen gezin. Ze willen zelfstandig hun leven opbouwen.” Hij noemt het aanbod sober en karig. “Een flat met één slaapkamer en een woonkamer. Het zijn volwassen mannen, geen kinderen die je samen in een stapelbed legt.”

Het COA is echter duidelijk: “De woning had twee kamers, en er is rekening gehouden met hun wens om in Utrecht te blijven.” Volgens het COA hebben de broers de woning geweigerd en geldt dat als definitieve afwijzing. “De opvang eindigt, want AZC’s zitten overvol. We kunnen niet aan alle wensen van statushouders voldoen.”

De broers zeggen dat ze bedenktijd vroegen en het aanbod niet expliciet hebben afgewezen. “We wilden nadenken,” aldus Salah. Hij zegt ook verkeerd te zijn voorgelicht: “Ik wist niet dat de woonkamer als slaapkamer kon worden gebruikt.” Maar volgens het COA was vanaf het begin helder dat zij niet wilden tekenen. Inmiddels is de woning aan anderen toegewezen.