Hoe de Nederlandse pers buigt voor de islam
Zorgvuldig werden woorden gewogen op de redacties van kranten, nieuwsbladen, magazines en online publicaties. Zorgvuldig werd ook door cartoonisten nagedacht over hoe ze het laatste nieuws met hun potlood treffend vorm zouden gaan geven. Het is 8 januari 2015, inmiddels bijna 10 jaar geleden. Bijna de voltallige redactie van het Franse magazine Charlie Hebdo op beestachtige wijze afgeslacht door een groep zwaarbewapende moslims. Afgeslacht wegens spottende cartoons over de profeet Mohammed.
In de dagen en weken die volgden werd er in heel Europa gedemonstreerd tegen islamitische terreur. Droegen duizenden mensen spandoeken en t-shirts met de leus 'Je suis Charlie' en werden er in talkshows op tv uitvoerige discussies gevoerd of er grenzen zitten aan de vrijheid van meningsuiting, of de redactie van Charlie Hebdo misschien te ver was gegaan? Veel journalisten en nieuwsredacties pleegden vervolgens zelfcensuur, zeker nadat duidelijk werd dat het sentiment van de moordenaars gesteund werd door een deel van Islamitische bevolking.