EU-migratiebeleid: denken aan de mensheid maar de Europeaan vergeten
Migratie domineert het Europese debat. De EU en haar lidstaten staan steeds vaker lijnrecht tegenover elkaar. Waar Brussel solidariteit en mensenrechten predikt, waarschuwen lidstaten voor de gevaren van ongekende migratiestromen. Hoewel het Europese migratiebeleid ooit bedoeld was om chaos te voorkomen, lijkt die dat nu juist te veroorzaken. Richtlijnen, quota en kostbare terugkeerprogramma’s worden slecht uitgevoerd, terwijl landen zoals Griekenland en Italië overspoeld worden met asielzoekers. Burgers zien stijgende kosten, een dalend gevoel van veiligheid en buurten die onherkenbaar veranderen. Tegelijkertijd lijkt Brussel vooral bezig met het wijzen van een moraliserend vingertje naar andersdenkenden. De EU creëert met haar idealen een werkelijkheid waarin falen onvermijdelijk lijkt.
Historische Context
De eerste stappen richting een gemeenschappelijk migratiebeleid werden gezet in de jaren 1990, toen de interne markt en het Schengenakkoord de grenzen tussen lidstaten openden. Het Verdrag van Amsterdam (1997) bracht vervolgens migratie- en asielbeleid formeel onder EU-bevoegdheid. Tegelijkertijd werd het Dublin-systeem ingevoerd, dat bepaalde welke lidstaat verantwoordelijk was voor het behandelen van een asielaanvraag. Hoewel dit systeem efficiëntie en rechtvaardigheid beoogde, legde het onevenredige druk op grenslanden zoals Italië en Griekenland. Richtlijnen zoals de Opvangrichtlijn (2003) en de Kwalificatierichtlijn (2004) harmoniseerden asielprocedures, maar slechts op minimumniveau. In 2005 introduceerde de EU onder Brits voorzitterschap de Global Approach to Migration (GAM), een strategie die migratie verbond aan samenwerking met derde landen. De Arabische Lente in 2011 maakte echter pijnlijk duidelijk dat deze aanpak onvoldoende was. De opvolger, de Global Approach to Migration and Mobility (GAMM), introduceerde legale migratieroutes en bilaterale akkoorden met landen als Marokko en Egypte om migratie bij de bron te beheersen. Toch bleef het beleid kwetsbaar, zoals bleek tijdens de vluchtelingencrisis van 2015.