Syriëganger krijgt Nederlands paspoort terug vanwege 'discriminatie op afkomst'

Een voor terrorisme veroordeelde Syriëganger krijgt zijn Nederlandse nationaliteit terug. De rechtbank in Amsterdam oordeelde dat het intrekken van het Nederlanderschap van Youness C. in strijd is met internationale verdragen tegen rassendiscriminatie. De man werd eerder veroordeeld voor deelname aan jihadistische groeperingen in Syrië en zat hiervoor ruim vijf jaar gevangen. Nu oordeelt de rechter echter dat hij weer Nederlander mag worden, inclusief een schadevergoeding en een vergoeding van zijn proceskosten.
Youness C. kreeg op zijn negende het Nederlanderschap via naturalisatie. Hij had daarnaast al de Marokkaanse nationaliteit, die hij automatisch kreeg bij zijn geboorte. In 2013 vertrok hij naar Syrië, waar hij zich aansloot bij gewapende islamitische groeperingen zoals Ahrar al-Sham en Jund al-Aqsa. In 2018 meldde hij zich bij de Nederlandse ambassade in Turkije, waar hij zijn vrouw en kinderen achterliet. Bij terugkeer in Nederland werd hij opgepakt, vervolgd en veroordeeld.
In 2019 oordeelde de rechtbank Rotterdam dat Youness C. zich schuldig had gemaakt aan het meermaals deelnemen aan een terroristische organisatie en aan voorbereidingshandelingen met een terroristisch oogmerk. Het Haagse gerechtshof bevestigde die uitspraak in hoger beroep en veroordeelde hem tot vijf jaar en vier maanden cel. In april 2021 werd dat vonnis onherroepelijk.
Discriminatie op basis van afkomst
De Nederlandse staat besloot op basis van de Rijkswet op het Nederlanderschap om Youness zijn Nederlandse nationaliteit af te nemen. Volgens die wet mag het Nederlanderschap worden ingetrokken bij een onherroepelijke veroordeling voor een terroristisch misdrijf. Maar er zit een belangrijke beperking aan: iemand mag door zo’n beslissing niet staatloos worden. Daarom geldt deze wet in de praktijk alleen voor mensen met een tweede nationaliteit.
Precies daar zit volgens de rechter het probleem. Want hoewel Youness C. niet staatloos zou worden – hij heeft immers een Marokkaans paspoort – stelt de rechtbank dat het onderscheid tussen mensen met één nationaliteit (alleen Nederlands) en mensen met twee nationaliteiten (bijvoorbeeld Nederlands en Marokkaans) in werkelijkheid neerkomt op discriminatie naar afkomst.
Internationale verdragen
Volgens de rechtbank vloeit de dubbele nationaliteit niet voort uit een bewuste keuze, maar uit afkomst. Veel mensen van Marokkaanse of Turkse komaf krijgen bij geboorte automatisch het staatsburgerschap van het land van hun ouders, zonder dat ze daar iets voor hoeven te doen. In het geval van Youness C. blijkt bovendien dat hij helemaal geen afstand kán doen van zijn Marokkaanse nationaliteit, omdat Marokko dat in de praktijk niet toestaat.
En daar wringt het volgens de rechtbank. Want als Youness net als een Nederlander zonder migratieachtergrond alleen een Nederlands paspoort had gehad, had de staat zijn nationaliteit niet kunnen afpakken. De conclusie: het onderscheid in behandeling komt neer op discriminatie op basis van etnische afkomst – en dat is volgens internationale verdragen altijd verboden.
De rechtbank schetste in haar uitspraak een fictief voorbeeld van drie vrienden: één met alleen de Nederlandse nationaliteit, één met Nederlands-Turkse achtergrond en één met Nederlands-Marokkaanse achtergrond. Ze doen exact hetzelfde, worden veroordeeld voor hetzelfde misdrijf, maar krijgen verschillend beleid over zich heen. De Nederlander houdt zijn paspoort altijd. De Turks-Nederlander verliest zijn Nederlanderschap, tenzij hij afstand doet van zijn Turkse nationaliteit. De Marokkaans-Nederlander verliest zijn Nederlanderschap sowieso, omdat hij geen afstand kan doen van zijn Marokkaanse paspoort. Volgens de rechter toont dit aan dat afkomst in de praktijk bepalend is – en dat kan niet door de beugel.
Politiek omstreden uitspraak
De uitspraak komt hard aan voor het kabinetsbeleid. Het afpakken van nationaliteiten bij veroordeelde terroristen is al jaren onderdeel van het antiterrorismebeleid. De Raad van State had eerder geoordeeld dat dit juridisch toelaatbaar is, zolang mensen niet staatloos worden. De rechtbank Amsterdam kiest nu dus een andere lijn en verklaart het betreffende wetsartikel “onverbindend” – oftewel: ongeldig vanwege strijd met internationale verdragen.
Volgens de rechtbank moet Nederland stoppen met het intrekken van paspoorten op basis van dubbele nationaliteit, juist omdat dat beleid in de praktijk vooral mensen van niet-westerse afkomst treft. De VN-rapporteur voor racisme had eerder al gewaarschuwd voor dit onderscheid, en daar sluit de rechtbank zich nu bij aan.
Youness C. krijgt zijn Nederlandse nationaliteit terug. De rechtbank stelt bovendien dat hij recht heeft op een schadevergoeding van 2.000 euro vanwege de trage afhandeling van zijn bezwaar. Ook krijgt hij zijn proceskosten vergoed: ruim 3.500 euro.
Voor de staatssecretaris van Justitie is dit een pijnlijk precedent. De uitspraak ondermijnt de juridische basis voor het afpakken van paspoorten bij terroristen met een dubbele nationaliteit. Of de staat in hoger beroep gaat, is nog niet bekend. Maar het oordeel van de rechtbank lijkt een bom te leggen onder een belangrijk stuk van het Nederlandse antiterrorismebeleid.