De oprechte volksdienaar vertrekt, de gladde carrièrejagers blijven

Deze week heeft Pieter Omtzigt afscheid genomen van de landelijke politiek. Niet omdat het hem ontbrak aan verstand van zaken; Omtzigt vertrok omdat juist anderen geen verstand van zeken hebben en liever politieke spelletjes spelen waar u en ik – de gewone burgers – geen bal mee opschieten.
Nederland ziet daarmee een van de meest kundige Volksvertegenwoordigers van de afgelopen vijfentwintig jaar vertrekken. Dat Omtzigt wel degelijk het voornemen had om het Nederlandse volk te vertegenwoordigen binnen de wetgevende en controlerende macht, bleek uit het toeslagenschandaal. Alom werd beweerd dat de Nederlandse overheid discrimineerde, maar het was (zoals o.a. Omtzigt blootlegde) nog erger: onze overheidsambtenaren fraudeerden en de ministerpresident van dienst had in de kwestie geen actieve herinnering meer, evenals de betrokken ministers. Net als Omtzigt, vroeg waarschijnlijk de gehele Nederlandse bevolking zich af wat we eigenlijk doen met politici die sporen van dementie lijken te vertonen. Die kun je namelijk helemaal geen boodschappen laten doen, laat staan ze als minister of minister-president aan het roer te laten.