Breng realiteitszin terug in de Kamer: laat politici maatschappelijk werk doen

Stel je voor: een Kamerlid dat niet de hele week door de gangen van het Binnenhof dwaalt, maar slechts twee dagen per week naar Den Haag komt. De andere dagen staat hij voor de klas, runt zij een bouwbedrijf, draait hij mee op de huisartsenpost of runt zij een bakkerij. Geen professionele vergadertijgers meer, geen talkshowverslaafde parlementariërs, maar mensen die het mandaat van de kiezer combineren met maatschappelijke inzet. Gek? Vooroorlogs misschien. Maar ook broodnodig. Want de kern van de politieke crisis in Nederland is niet zozeer de opkomst van extremen - het is de afwezigheid van verbinding met de werkelijkheid.
We hebben een parlement dat steeds professioneler is geworden, maar daarmee ook steeds abstracter. Kamerlidmaatschap is een voltijdsbaan geworden met een dik salaris, reiskostenvergoeding, een persoonlijk beleidsmedewerker en uitzicht op een lucratieve baan bij een adviesbureau na de politieke carrière. Dat klinkt als vooruitgang, maar het is precies dat carrièrepad dat ons op achterstand zet. Want hoe dichter politici bij elkaar kruipen in het politieke systeem, hoe verder ze van de samenleving afdrijven.